Op Prinsjesdag 2014 kwam met de Begrotingsstukken ook het Deltaprogramma uit. Hiermee reageert de Nederlandse overheid op de uitdagingen van extremere waterstanden voor onze veiligheid en zoetwatervoorziening. Hieronder de reactie op het Deltaprogramma 2015 van de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers:
De Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers verwacht van het Deltaprogramma nieuwe stappen op weg naar een duurzame relatie met het water. Het programma is daarin nog niet eenduidig. Want wat het Deltaprogramma zelf een "krachtig samenspel" noemt van "ruimte voor water" en "harde technieken", zoals dijkversterking, ervaart de coalitie nog als een flinke disbalans tussen die twee. Zo reserveert het programma twintig keer zoveel geld voor dijkversterking als voor rivierverruiming. Dat kan nadelig uitpakken voor de kwaliteit van ons landschap en de natuur. De natuurorganisaties zien echter grote mogelijkheden om die balans te herstellen in het pleidooi van het Deltaprogramma voor het "meekoppelen" van watermaatregelen met natuur, recreatie en ruimtelijke kwaliteit. Dat leidt tot effectieve oplossingen die flexibel en duurzaam zijn, mooi en meestal goedkoper. De natuurorganisaties vinden dat zo'n aanpak in de uitvoering van het Deltaprogramma structureel geborgd moet worden. Zelf zullen ze zich daar dan graag voor inzetten."
Bouwen met natuur – mooier en goedkoper
Het Deltaprogramma 2015 anticipeert op het veranderende klimaat en de steeds grotere economische en ecologische belangen in de Nederlandse Delta. De natuurorganisaties uit de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers zijn blij dat dit Deltaplan zich daarbij bewust is van het feit dat er grenzen zijn aan de benadering van steeds hogere dijken en steeds zwaardere gemalen. Die aanpak valt niet tot in het oneindige door te zetten, want het handhaven van steeds grotere waterpeilverschillen leidt tot steeds grotere risico's en steeds hogere kosten.
"Bouwen met natuur" en "Ruimte voor water" hebben die nadelen niet, terwijl ze wel bijdragen aan waterveiligheid of de zoetwatervoorziening. Zo'n aanpak blijkt in de praktijk goed te combineren met aanleg en herstel van natte natuur- en recreatiegebieden, duurzame drinkwatervoorziening en landbouw, duurzame delfstofwinning en een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Zo'n integrale aanpak levert Nederland netto voordeel op, onder andere door kostendeling tussen meer partijen en het gratis gebruik van natuurlijke processen. Ervaringen met klimaatbuffers wijzen uit dat besparingen mogelijk zijn met 25 tot 80% ten opzichte van "traditionele" alternatieven. Op jaarbasis kan dat de kosten voor het waterbeheer met minstens 45 miljoen euro drukken, zo berekende eerder dit jaar het economisch adviesbureau Sterk Consulting. En het geld dat de watersector er wèl in steekt, kan op deze manier anderen stimuleren om, nu er toch wordt ingegrepen in een gebied, er direct iets moois en multifunctioneels van te maken.
Meekoppelen
Het is daarom goed dat het Deltaprogramma op tal van plaatsen benadrukt dat maatregelen voor duurzaam waterbeheer in een zo vroeg mogelijk stadium moeten worden afgestemd ("meegekoppeld") met ruimtelijke ontwikkelingsdoelen zoals die voor natuur en recreatie. In de praktijk vraagt dat een brede oriëntatie van Rijkswaterstaat en waterschappen, maar ook van provincies, gemeenten en maatschappelijke organisaties. Dat dit nog geen vanzelfsprekende zaak is blijkt bijvoorbeeld uit de moeite die het kost om de waterschappen te betrekken bij voorstellen voor een natuurlijker inrichting van de zoetwatervoorziening van het Groene Hart en de inzet van nieuwe kwelders als golfbrekers bij dijkversterking op Texel. Uiteindelijk is het Deltaprogramma hier positief over, maar de ervaringen maken duidelijk dat het belangrijk is dat deze aanpak geborgd wordt in de Omgevingswet en in de werkprocessen van de overheid. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving en Alterra WUR doen deze aanbevelingen.
Op hun beurt zijn de natuurorganisaties bereid om waar dat kan de natuur mede in te richten voor onze waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Als dat kan leiden tot verbonden natuurgebieden, bufferzones voor met uitdrogen bedreigde natuur en mooie recreatiegebieden, dan wordt iedereen daar beter van.
Rivierengebied
Zo'n integrale aanpak is vooral in het rivierengebied hard nodig. Tot hun spijt zien de natuurorganisaties daar de veelbelovende aanpak van het Programma Ruimte voor de Rivier stagneren. In dat programma werd de verdediging tegen het wassende water niet in de hoogte gezocht, maar in de breedte. Daardoor konden de waterstanden dalen en bleek het landschap niet langer beschadigd uit een dijkversterkingsronde te komen, maar juist mooier, groener en beleefbaar en benutbaar voor veel meer mensen. Neem de projecten Ooijen-Wanssum aan de Maas, Vreugderijkerwaard en IJsselpoort aan de IJssel of het prachtige rivierverruimingsproject bij Lent tegenover Nijmegen aan de Waal. Omwonenden zijn hierover steevast enthousiast en het werd het paradepaardje van onze waterbouwsector in de wereld. Reden om krachtig door te zetten zou je zeggen, met nog hogere rivierafvoeren in het vooruitzicht. Maar het nieuwe Deltaprogramma schuift bijna alle nieuwe rivierverruimingsprojecten als studieopgave naar de toekomst door. Voor projecten die op de kortere termijn uitvoerbaar zouden kunnen zijn, wordt 200 miljoen gereserveerd. Dat lijkt veel, maar het is een schijntje vergeleken met de 4,1 miljard voor "ouderwetse" versterking van 750 km rivier- en zeedijken. Dat die te zwak zouden zijn wordt de laatste maanden steeds vaker een overschatting genoemd, gebaseerd op veel te grove modellen. En wie gaat er nog extra ruimte maken voor de rivier door een dijk terug te leggen, die net voor miljoenen is versterkt? En wie gaat de Duitsers vragen om hun water langer en beter vast te houden, als wij net al onze dijken hebben aangepakt?
Natuurlijk staat waterveiligheid voor iedereen voorop, langs al onze wateren. Het is echter zaak dat bij elk dijktraject dat op de rol staat versterkt te worden, eerst goed wordt gekeken hoe hard dat eigenlijk nodig is. En of omwonenden, gemeenten, provincies, bedrijven en natuurorganisaties er met elkaar geen heil in zien om nieuwe ruimte voor water te creëren, die kan worden gecombineerd met recreatie, natuur of drinkwaterwinning. Dan pas besteden we ons belastinggeld goed!
Meer op de website Natuurlijke Klimaatbuffers.