Van graafmachine tot lepelaar

19-04-2016

De Zuidpolder wordt ingericht als natuur- en recreatiegebied. Dat is goed voor natuur, water en mensen. Soorten zoals stekelbaars, lepelaar en in de toekomst misschien ook wel de otter, vinden er nieuw leefgebied. ARK Natuurontwikkeling is één van de initiatiefnemers van Klimaatbuffer IJsselmonde en presenteert in een serie van drie artikelen deze soorten in hun omgeving. In deze tweede aflevering: de lepelaar.

Lepelaars

Het gaat weer beter met de lepelaar in Nederland. In de jaren ‘70 waren er ongeveer 100 broedparen, tegenwoordig meer dan 1.000. De winter brengen ze door aan de westkust van Afrika, op een enkele achterblijver na. Lepelaars komen naar Nederland om te broeden, hun jongen groot te brengen en voldoende aan te sterken om de tocht naar Afrika in het najaar weer aan te kunnen. Om dit alles te volbrengen moet er rust en voldoende voedsel zijn. In ondiepe, visrijke sloten en plassen kunnen deze waadvogels goed hun kostje bij elkaar scharrelen. Die zijn in de nieuw ingerichte Zuidpolder goed voor handen.

Image
Lepelaar. Foto: Karel Bartik/Shutterstock

Meer dan de helft van de lepelaars verblijft in het Waddengebied. Maar ze broeden tegenwoordig ook in Zeeland. De lepelaars die in de Zuidpolder en omgeving gezien worden, zullen vooral uit de richting van Zeeland komen en zoeken hier in de regio in ondiep zoet of zout water naar voedsel. Kleine witvis, garnalen en andere waterdiertjes, ze lusten het allemaal. Maar hun favoriete voedsel is stekelbaars. Dit lievelingskostje ‘stofzuigert’ de lepelaar bij elkaar. De lepelvormige snavel is voorzien van zeer gevoelige zenuwuiteinden, waarmee deze waadvogel zijn voedsel als het ware op de tast vindt. Een lepelaar hoeft zijn voedsel dus niet te zien! Daarom kan deze vogel ook in modderig water makkelijk voedsel vinden. De ondiepe slootjes en watergangen met flauwe oevers in de Zuidpolder bieden hier volop gelegenheid toe.

Herinrichting zorgt voor rijke natuur

Vanaf 2012 hebben allerlei werkzaamheden in de Zuidpolder ruimte gemaakt voor natuur. In tijden van overvloedige regenval kan extra regenwater worden opgeslagen; het water wordt ‘gebufferd’. Het waterpeil in de sloten en het grondwater staat dan tijdelijk hoger. In droge perioden verdwijnt het water weer langzaam terug in de grond en zakt het waterpeil, waardoor verdroging langer uitblijft. Er hoeft dan geen water vanuit de Oude Maas ingelaten te worden om droogte te voorkomen; het schone regenwater wordt gekoesterd. Winst voor milieu en winst voor de natuur.

Image
Zuidpolder in de zomer van 2015

Heel veel grondverzet door graafmachines was nodig om tot dit milieuvriendelijke, natuurrijke resultaat te komen: de watergangen in de Zuidpolder zijn grotendeels losgekoppeld van die van de wijken Vrouwenpolder, Ter Leede en Lagewei en er is veel ruimte voor overgangszones tussen water en land met oever- en watervegetatie. Deze vergroting van het leefgebied van jonge vis, kleine ongewervelden en amfibieën zal merkbaar zijn in de toename van het voedselaanbod  voor de lepelaar. Iets wat door de lepelaar vast niet onopgemerkt zal blijven en wellicht hier in de toekomst zelfs tot broeden komt!

Zelf kennis maken met de klimaatbuffer in de Zuidpolder? Op vrijdagavond 22 april is er een excursie in de Zuidpolder. Meer informatie en aanmelden kan hier.