De Zuidpolder van Barendrecht wordt ingericht als natuur- en recreatiegebied. Dat is goed voor natuur, water en mensen. Soorten zoals stekelbaars, lepelaar en in de toekomst misschien wel de otter, vinden er nieuw leefgebied. ARK Natuurontwikkeling is één van de initiatiefnemers van Klimaatbuffer IJsselmonde en presenteert in een serie van drie artikelen deze soorten in hun omgeving. In deze laatste aflevering: de otter.
Otters
In de Zuidpolder leven nu geen otters, maar dit was ooit heel anders. In de Middeleeuwen waren otters hier gewoon. Sterker nog, er werd op ze gejaagd! Voor de lol, maar ook omdat ze als viseters als concurrent van vissers werden gezien. De pels werd verkocht en het vlees opgegeten. Met name de vette staart werd als smakelijk ervaren.
In diezelfde Middeleeuwen maakte het onstuimige karakter van de Oude Maas inpoldering dicht bij de rivier lastig. Polder Buitenland - ten noorden van de Middeldijk - is halverwege de 16e eeuw drooggelegd, de Zuidpolder bijna een eeuw later. Toch werden deze gebieden al eerder door mensen bewoond. Vóór de inpoldering maakten ze deel uit van de Riederwaard, die na een aantal overstromingen uiteindelijk in 1375 is verlaten. De oude nederzettingen Pendrecht, Carnisse en Barendrecht zijn hierbij verdronken. In de ondergrond van de Zuidpolder zijn bij de inrichtingswerkzaamheden restanten van een Middeleeuwse dijk van rond 1472 gevonden. Dit oude landschapsrelict blijft bewaard en de grondwerkzaamheden worden nu naast de dijk uitgevoerd. Misschien heeft er destijds wel een otter langs deze dijk gehold…
Een otter krijg je niet zomaar te zien; zijn sporen zijn makkelijker te vinden. Pootafdrukken, maar ook zijn uitwerpselen zijn erg herkenbaar. Deze laatste zitten vol graten en schubben en hebben een anijsachtige geur. Een otter heeft echter meer op zijn menu staan dan vis. Hij eet ook ratten, vogels, kreeften, krabben en insecten. In helder water jaagt hij op zicht, in troebel water komen zijn snorharen goed van pas. Daarmee kan hij de beweging van vis voelen. Hij jaagt zijn prooi het liefst het riet in, waar zijn hapje moeilijk kan ontsnappen. Als een otter wat gevangen heeft, brengt hij het naar het wateroppervlak om op te kunnen eten. Grotere vissen worden op de oever gebracht om daar op te peuzelen. Otters hebben daar favoriete plekken voor, te herkennen aan meerdere prooiresten bij elkaar.
Helaas zorgden jacht, vervuiling, verkeer en verlies aan leefgebied ervoor dat de otter in 1989 als uitgestorven verklaard is. Tegenwoordig is de waterkwaliteit echter dermate verbeterd dat uitzettingen in de Wieden en Weerribben mogelijk waren. Vanuit Noord-Nederland trekt de otter langzaam zuidwaarts en is hij al gesignaleerd in Gelderland, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. Langzaam maar zeker nadert hij ook de Zuidpolder. De dichtstbijzijnde ‘zekere’ waarneming was die in de Nieuwkoopse Plassen, maar zelfs ook een mogelijke waarneming van twee otters in de Biesbosch! Ze hebben schoon water met veel vis nodig. Mocht de otter zich weer in de Zuidpolder wagen, dan is dat dus een groot compliment.