In de duinen van natuurgebied Oranjezon in Zeeland, beheerd door Het Zeeuwse Landschap, is spectaculaire vestiging van herfstbitterling gevonden. De zeldzame plant gedijt in pootafdrukken en slipsporen van de wilde konikpaarden die in het gebied leven. Ook duizendguldenkruid blijkt volop te profiteren van de sporen van deze grote grazers.
Kale grond gezocht
Veel planten hebben kale grond nodig om hun zaden te laten kiemen en genoeg licht om op te groeien. In een dichte grasmat of gesloten moslaag maken jonge kiemplanten dan ook weinig kans om te overleven. Er is dan teveel concurrentie om ruimte en licht. Het is een normaal natuurlijk proces dat kale grond meer en meer begroeid raakt, naarmate de tijd vordert. De overdaad aan stikstofneerslag waar Nederland mee te maken heeft versnelt dit proces. Natuurlijke tegenkrachten kunnen de gesloten begroeiing ook weer inperken en openbreken. Begrazing door runderen en paarden is zo’n tegenkracht, die zowel meer licht als nieuwe, kale grond oplevert. Vraat vermindert namelijk de hoogte van de vegetatie. Terwijl de betreding door de dieren kale plekken in de bodem creëert.
Natte grond
Jaarrond begrazing en natuurlijke kuddes
Grote grazers als konikpaarden, galloways of Schotse hooglanders trekken het hele jaar door natuurgebieden. Ze leggen juist in de wintermaanden grotere afstanden af op zoek naar voedsel. Dat is immers schaarser, dus meer plekken moeten bezocht worden om goed in conditie te blijven. Precies in de wat nattere periode van het jaar wordt de bodem frequent met de poten omgewoeld en ontstaan dus kansen voor tal van kruiden.
In natuurlijke kuddes moet ook het nodige worden uitgevochten om de plek van elk dier in de kudde te bepalen. Hengsten bijvoorbeeld happen naar elkaars voorpoten, rennen achter elkaar aan en steigeren terwijl ze met hun voorpoten naar elkaar slaan. Stieren staan met de koppen tegen elkaar en proberen de ander weg te duwen. Dat heeft allemaal zijn weerslag op de bodem. In gebieden waar kuddes grote grazers het hele jaar door aanwezig mogen zijn krijgen bloemen en al het leven wat daarmee samenhangt, daardoor veel meer kansen en neemt de soortenrijkdom toe.