Hoi! Ik ben Wobke en ik volg de master Sustainable Development aan de Universiteit Utrecht. Voor mijn afstudeeronderzoek heb ik negen maanden onderzoek gedaan in Het Groene Woud, waar ik voor ARK en Brabants Landschap keek naar de edelherten en hun effect op de vegetatie.
De edelherten zijn in 2017 uitgezet in het gebied. Dit is natuurlijk gedaan om zo’n mooi, groot dier terug te brengen in de Brabantse natuur, maar ook omdat edelherten een positief effect kunnen hebben op de biodiversiteit. Het Groene Woud is al een heel mooi en afwisselend gebied, maar doordat het voor landbouw vroeger in percelen is verdeeld, zijn er hele abrupte grenzen tussen bos en grasland. Als deze overgangen meer geleidelijk worden, is er een nog grotere diversiteit aan planten mogelijk en kunnen er daardoor nog meer verschillende dieren leven in het gebied. Edelherten kunnen hieraan bijdragen: ze grazen aan gras, ze eten takken en bladeren van bomen en ze vegen met hun gewei allerlei planten aan de kant. Op deze manier kunnen ze de scherpe randen tussen bos en grasland omvormen tot geleidelijke overgangszones.
ARK en Brabants Landschap willen graag monitoren of dit plan werkt. Hiervoor heb ik op tachtig plekken wildcamera’s opgehangen, die foto’s maken als een dier langs loopt. Op deze manier heb ik in kaart kunnen brengen welke gebieden het meest gebruikt werden door de edelherten. Ook heb ik op diezelfde tachtig plekken een vegetatieanalyse uitgevoerd, waarbij ik allerlei gegevens over de planten heb opgeschreven. Bijvoorbeeld welke boomsoorten er voorkwamen, de hoogte van de braamstruiken en hoe veel dood hout er lag. Door de twee datasets, die met het voorkomen van de edelherten en die met vegetatiedata, te combineren, kon ik kijken of er bepaalde patronen te ontdekken waren. Zo vond ik dat de edelherten vooral in graslanden en in eik-hazelaar-els bossen voorkwamen. Andere resultaten staan in mijn rapport, dat hier te vinden is.
Voor dit onderzoek heb ik gedurende vijf maanden zo’n drie à vier dagen per week door het gebied gelopen. Dat vond ik heel bijzonder en het was heerlijk om zo veel buiten te zijn, zeker omdat het tijdens de Covid-pandemie was. Daarnaast was het een heel afwisselend project, met veel verschillende onderzoeksmethodes en met zowel dieren als planten in de hoofdrol. Juist de interactie tussen dieren en planten vind ik heel interessant, dus ik ben heel blij dat ik deze kon onderzoeken bij ARK en Brabants Landschap.
Het veldwerk was leuk, maar niet altijd makkelijk. De locaties van de camera’s had ik vooraf op een kaart bepaald en dit bleken vaak plekken te zijn waar je moeilijk kon komen, zeker doordat er allerlei slootjes ontstonden door het winterse weer, maar met grote stappen door bramenstruiken heen en springend over watergeulen kwam ik er uiteindelijk toch. Het was de moeite allemaal waard, want het is echt geweldig om een gebied zo goed te leren kennen en te zien veranderen als het lente wordt. Ook kwam ik de edelherten af en toe in het echt tegen. Daarnaast heeft het heel veel mooie foto’s opgeleverd. De camera’s hebben van alles vastgelegd: edelherten, reeën, runderen, vossen, dassen, bunzings, marters, eekhoorns, muizen, vogels én af en toe een student die onderzoek deed naar edelherten.
Wobke van der Velde, student Sustainable Development aan de Universiteit Utrecht
BLOGS LEZEN VAN STUDENTEN DIE EERDER BIJ ARK STAGE LIEPEN? KLIK HIER.
OF KIJK HIER VOOR NIEUWE STAGEMOGELIJKHEDEN