De overlevingskansen voor de otter zijn in de omgeving van Gendringen-Voorst, in Breedenbroek en in Varsseveld weer een stukje gestegen. De Engbergseweg, Marmelhorstweg en Lichtenvoordseweg zijn sinds het najaar van 2020 voorzien van een otterpassage. Onder de bruggen van deze drukbezochte verbindingswegen stromen de Oude IJssel, de Aa-strang, de Keyzersbeek en de Boven-Slinge. De otterpassages helpen de dieren om zich veilig langs de oevers te verplaatsen zonder dat ze hierbij de weg hoeven over te steken.
Otters zijn inheems in Nederland, maar zijn enkele decennia geleden uitgestorven. Dat had meerdere redenen: er werd op ze gejaagd, leefgebieden raakten versnipperd en het milieu vervuilde sterk waardoor er ook minder voedsel aanwezig was. Gelukkig zijn de rivieren en beken weer een stuk schoner en is er weer voldoende vis aanwezig voor de otter. Inmiddels telt Nederland door herintroductie nu weer zo’n 450 otters. De afgelopen vier jaren werkte de Groen Blauwe Rijn Alliantie (een samenwerking van natuurorganisaties en overheidsinstanties in Nederland en Duitsland) met succes aan het verbeteren van de situatie voor onder meer trekvissen en otters.
Voor de otter zijn de risicolocaties, veelal weg-waterkruisingen, in kaart gebracht. Om deze reden zijn er binnen de gemeente Oude IJsselstreek op vier plekken otterpassages aangelegd. Deze locaties zijn erg belangrijk om migratie van Nederlandse en Duitse dieren te faciliteren. Voor de opbouw van een grensoverschrijdende populatie otters in Nederland en Duitsland zijn deze loopplanken onder bruggen dus onmisbaar!
Semi-aquatische dieren
‘Duits’ DNA
Ook in het Duitse rijngebied is een groeiende populatie otters aanwezig. In Noordrijn-Westfalen is de otter twee keer gesignaleerd, deze winter en eerder in 2018. Uitwerpselen van otters worden vooral aan de Nederlandse kant van de grens aangetroffen. Het DNA in de uitwerpselen verraadt waar de otter vandaan komt. In de Rijnstrangen in de Liemers lijkt zich nu een populatie te ontwikkelen, zegt Melanie Pekel. “Er leven nu twee vrouwtjes en een mannetje. Vermoedelijk is er ook een tweede mannetje aanwezig. Analyse van gevonden spraints (uitwerpselen van de otter) moet uitwijzen of het gaat om een mannetje met ‘Duits’ DNA of een nakomeling van de Nederlandse populatie. Als dit nieuwe mannetje uit Duitsland komt, dan kan hij zorgen voor vers bloed in de populatie. Maar dan moet dit onverwante mannetje natuurlijk wel de kans krijgen om zich voort te planten en zijn genen door te geven. Hoe meer risicovolle locaties er opgelost worden, hoe kleiner de kans dat otters in een nieuw gekoloniseerd gebied worden doodgereden. Nu moet een nieuw gebied vaak herhaaldelijk gekoloniseerd worden omdat er verkeersslachtoffers vallen en de lokale populatie otters weer uitdooft. Daarom is het zo belangrijk die knelpunten op te lossen.’'