Na ruim 1000 jaar afwezigheid is de Europese wilde kat weer terug in Nederland. In het uiterste zuiden van Limburg leeft inmiddels een stabiele populatie. Op fluwelen voeten beweegt deze stoere kat zich langzaam noordwaarts. Om zich te kunnen verspreiden zijn verbindingen nodig met voldoende schuilplekken en voedsel. ARK Natuurontwikkeling werkt aan robuuste verbindingen waar niet alleen de wilde kat, maar ook andere dieren van profiteren. ARK tekenaar Jeroen Helmer bracht de wereld van de wilde kat in beeld. Het resultaat is voor iedereen gratis te downloaden.
Een huiskat, maar dan anders
De Europese wilde kat (Felis silvestris) lijkt wel op een cyperse huiskat (Felis catus), maar is echt een inheemse, andere soort. Hij is meestal (flink) groter en heeft een dikke staart met een grote zwarte punt en maar één tot vijf losse ringen. Een dunne zwarte streep loopt over zijn rug, terwijl de cyperse kat een brede, vage lijn heeft die doorloopt in de staart. De huiskat heeft, anders dan de wilde, zware strepen op de flanken. Maar belangrijker nog dan het uiterlijk is het verschil in ruimtegebruik. Wilde katten houden er een strikt territorium op na, terwijl huiskatten elkaar meer tolereren. De aantallen huiskatten kunnen dan ook behoorlijk oplopen waardoor de druk op bijvoorbeeld vogelpopulaties flink kan toenemen. Doordat wilde katten ook territoriaal zijn naar huiskatten ontstaat er een natuurlijker ruimtegebruik met meer kansen voor de prooidieren.
Basisbehoeften
De wilde kat komt in Midden-Europa vooral voor in bossen, maar dat kan ook te maken hebben met het feit dat andersoortige natuurlijke terreinen schaars zijn. In Zuid-Europa houdt deze kat zich in veel opener terreinen op met verspreid struikgewas. Graag bezoekt deze geduldige jager natuurlijk begraasde terreinen met veel overgangen tussen bomen en veld, de verblijfplaats van zijn favoriete prooi: muizen. Maar ook vogels, hazen en insecten staan op het menu, een enkele keer zelfs aas.
Als schuilplek benut de wilde kat graag dassenburchten of verlaten vossenholen. Ook dichte bramenkoepels bieden goede rustplekken. Een enkele keer wordt de kat in het gat aangetroffen dat ontstaat als een storm een boom met kluit en al omver blaast. Bomen in de buurt zijn handig om vossen en wolven te ontvluchten.
Op de weg terug
De laatste jaren is de wilde kat in Nederland in opmars vanuit het zuiden van het land en worden er steeds vaker wilde katten gezien. In Limburg en Brabant is die kans tegenwoordig zeker aanwezig. Daarbij stuit hij op het voor hem onaantrekkelijke, steeds kaler wordende agrarische landschap. Door het gebrek aan schuil- en foerageerplekken kan hij ogenschijnlijk geschikte gebieden moeilijk bereiken.
Royale verbindingen
Als jonge wilde katten op zoek gaan naar nieuwe gebieden is het dan ook noodzakelijk dat goede schuil- en foerageermogelijkheden voorhanden zijn. Dat houdt in dat brede stroken vrij worden gemaakt, zogenaamde robuuste corridors, om de kat, maar ook andere dieren in staat te stellen om zich te verspreiden. Te denken valt aan stroken van honderd meter breed, die dan ook het hele jaar door begraasd worden om variatie in de vegetatie te brengen. Door nu te werken aan betere toegankelijkheid, voldoende voedsel, schuilgelegenheid, ruimte, rust en wildheid, kunnen we er voor zorgen dat meer wilde katten zich hier thuis gaan voelen. Andere dieren, zoals kleine en grote marters, egels, vleermuizen en vlinders zullen ook enorm geholpen zijn met een dergelijke infrastructuur. Maar ook wandelaars kunnen van zo’n robuuste verbinding gebruik maken zonder de vrees de mede-corridor-gebruikers te verstoren.
Download hier (gratis als pdf) de boegbeeldtekening van de wilde kat! Wilde kat van een huiskat leren onderscheiden? Deze maand verschijnt ook een vernieuwde uitgebreidere editie van de Roofdiergids.