Past de otter in de Gelderse Poort?

05-02-2021
Teun van Beuningen
Stagiair van Toegepaste Biologie, HAS Hogeschool ’s-Hertogenbosch

"Ik heb geholpen met het monitoren van de otter in natuurgebied de Gelderse Poort bij Nijmegen. Dit heb ik gedaan door sporen te zoeken. Bij otters gaat dit vooral om de uitwerpselen die spraints heten. Ook heb ik met wildcamera's de aanwezigheid van deze dieren gecheckt. Hiervoor ging ik om de week naar de camera’s toe om de batterijen en de SD-kaartjes te vervangen en de opgenomen beelden mee te nemen. Om vervolgens thuis de camerabeelden te bekijken, dieren die zijn vastgelegd te noteren, en de beelden op te slaan. Ook heb ik een geschikheidsanalyse uitgevoerd in het gebied.

Het gebied

De eerste keren dat ik veldwerk uitvoerde heb ik heel veel door het mooie gebied gelopen (en natuurlijk sporen gezocht). Als natuurliefhebber kan ik de hele dag door zo’n gebied lopen.

Image
Uiterwaarden van natuurgebied de Gelderse Poort. Foto: Teun van Beuningen

De dieren

Mijn hele stage lang heb ik gekeken naar dieren, dieren en nog eens dieren. Ik heb er ook veel gezien. Op camerabeelden ging dit vooral om ratten en muizen, maar ook veel steenmarters, bevers, reeën, vossen en een enkele das. Konikpaarden en Gallowayrunderen waren ook vaste gasten op de camerabeelden. Bevers laten hele duidelijke sporen achter: paden vanaf het water waar de bever vegetatie heeft plat gelopen, doorgeknaagde bomen en een keer zelfs twee dode bevers. Zelf heb ik op de camerabeelden jammer genoeg geen otter gezien en ook geen ottersporen gevonden.

Image
Beversporen. Foto: Teun van Beuningen

Het onderzoek

Voor mijn onderzoek heb ik een geschiktheidsanalyse uitgevoerd. Hierbij heb ik gekeken of de Gelderse Poort geschikt is als leefgebied voor de otter. Hiervoor is een voorspellingsmodel gebruikt uit een ander onderzoek. Ik heb onder meer gekeken naar de aanwezigheid van huizen in de buurt en bijvoorbeeld of er honden los mogen lopen in de gebieden. Uit het onderzoek blijkt dat delen van de Gelderse Poort, zoals de Ooijpolder en de Rijnstrangen, prima geschikt zijn als leefgebied voor de otter. De Millingerwaard leek minder geschikt, omdat daar weinig oevervegetatie is in de vorm van riet. Bij het verzamelen van de data is er niet gekeken naar het voorkomen van struiken en andere oevervegetatie. Bovendien zijn sommige strangen in de Millingerwaard recent opgeleverd en hebben nog kale oevers; de geïsoleerde plassen in de Kekerdomse waard zijn bijvoorbeeld wel begroeid. Het zou interessant zijn om meer data te verzamelen over verschillende typen oevervegetatie, zodat we een beter beeld krijgen van de habitatgeschiktheid. Daarnaast is het goed om je te realiseren dat otters grote territoria hebben, met een doorsnede van wel 7 tot 15 kilometer. Uiterwaarden zoals de Millingerwaard zijn daar vaak een onderdeel van.

Mijn ervaring

Tijdens mijn stage heb ik veel nieuwe dingen geleerd en heb ik mijn liefde voor wilde natuur heel erg goed kunnen uiten in mijn onderzoek. Naast mijn eigen onderzoeksresultaten heb ik ook nog veel andere dingen geleerd over de natuur in Nederland. Bijvoorbeeld dat dood hout laten liggen in bossen een hele tijd als 'vies' werd beschouwd, terwijl we nu goed weten dat dood hout in de natuur een hele hoge ecologische waarde heeft. Ook heb ik meegelopen met stagiaires van het project Dood doet Leven, dit was ook erg leerzaam. Tijdens het veldwerk van mijn stage heb ik heel erg genoten van de natuur om me heen en was het liefst zolang mogelijk in het veld (behalve als het regende natuurlijk).

Contactpersoon