'Op een broeierige dag reis ik voor de eerste keer af naar Grenspark Kempen~Broek. Het gebied is onlangs erkend als UNESCO Biosfeergebied. Daarmee is het direct het eerste biosfeergebied in de Benelux dat landsgrenzen overschrijdt. En bovendien het eerste Belgische en tweede Nederlandse biosfeergebied.
Ik tref Bram Houben bij het Vosseven, een meertje midden in het gebied bij het Noord-Limburgse Stramproy. Houben – geboren en getogen in het nabijgelegen dorp Thorn - kwam er al als klein jongetje.
Toen had hij er nog niet van durven dromen. Dat hij later als ecoloog bij ARK voorvechter van rewilding zou zijn, nota bene in het gebied waar hij zelf opgroeide. "Maar als ik met terugwerkende kracht kijk, had het zo moeten zijn. Ik deed niets liever dan in de broekbossen spelen”, blikt Houben terug op zijn jeugd.
Geboortegrond
Houben is niet altijd dichtbij huis gebleven. Toen hij in 2007 net afstudeerde in Bos- en Natuurbeheer aan Wageningen Universiteit, zwierf hij allereerst de halve wereld over. Hij onderzocht ‘een hoop beesten’ – van poema’s in de Rocky Mountains tot en met beren en wolven in Zweden.
Inmiddels is hij al wat jaren terug op zijn Limburgse geboortegrond. En zou hij niet anders meer willen. "Dit gebied heeft alles”, stelt hij over Grenspark Kempen~Broek. "Elke kilometer stap je een compleet ander landschap binnen.”
Dat is ook wat hij me laat zien in onze tocht door het gebied. Waarbij we klauteren, bukken en struinen. Ons een weg door het struikgewas banen en hier en daar over een beekje moeten springen, om geen natte voeten te krijgen.
"Het ene moment staan we nog in een zompig moeras en vijf minuten later in een dichtbegroeid dennenbos”, aldus een enthousiaste Houben. ,,Om – let zo maar op – binnen een mum van tijd weer uit te kijken over een stuifzandheide. Dat is ongekend.”
De boer op
Tot een decennium terug zag Kempen~Broek er nog heel anders uit. Houben: "Het was op veel punten drooggelegd om het geschikt te maken voor landbouw. Écht uitgestrekte moerassen verdwenen daardoor.”
In 2010 zoekt Provincie Limburg naar manieren om het natuurnetwerk te versterken en nog aanwezige natuurpercelen te verbinden aan elkaar. Een uitdaging die ARK Rewilding oppakt, samen met lokale rentmeester Peter van Soest.
"We gingen de boer op”, aldus Houben. ,,Van deur tot deur. Niet met de insteek: we komen jullie uitkopen. Maar met de open vraag: wat willen jullie eigenlijk?”
Wat bleek: veel boeren in de omgeving waren bereid om nattere, laaggelegen gronden te ruilen voor huiskavels, die ARK en de provincie inmiddels in handen hadden. "Win-win.”
"Korte lijntjes waren doorslaggevend", stelt Houben nu. "Weten wat er speelt. Niet tegenover elkaar staan, maar openbreken wat verwachtingen en behoeften zijn. Zo was er bijvoorbeeld een boer die wilde stoppen met zijn bedrijf, maar zijn boerderij niet kwijt wou. Met hem maakten we de afspraak dat hij er voor de rest van zijn leven mag wonen.”
Rewilding
Het werpt zijn vruchten af: in slechts zeven jaar tijd kopen de betrokken partijen maar liefst 525 hectare grond aan. "Binnen Nederlandse maatstaven uitzonderlijk veel.”
Op de verworven percelen introduceert ARK wilde runderen en paarden. "Grote grazers geven de natuurontwikkeling direct een boost”, vertelt Houben. "Het wordt ook wel rewilding genoemd. Als ik het vrij vertalen moet: de natuur haar eigen gang laten gaan.”
"Je moet het zo zien”, vervolgt hij. ,,De manier waarop een exmoor pony graast of een tauros kuilen maakt, creëert plekjes voor insecten. Daar komt vervolgens een breed scala aan vogelsoorten op af. En daarop weer roofdieren. Dat versterkt de hele cirkel.”
Binnen enkele jaren verschijnt dan ook al een eerste broedgeval van de oehoe. En ook raven, zwarte wouwen en kraanvogels zijn inmiddels vaste bezoekers.
UNESCO
Bovendien – een uniek kenmerk aan dit gebied – is Kempen~Broek letterlijk grensoverschrijdend. "Dit gebied loopt door tot en met Maaseik en Bocholt in België. We zitten voortdurend om de tafel met ons buurland.”
Een vruchtbare samenwerking, blijkt des te meer nu het gebied erkend is als UNESCO Biosfeergebied. "Onze Belgische partners hebben daar behoorlijk aan getrokken”, geeft Houben aan. "Zo’n status krijg je namelijk niet zomaar. Daar gaat héél veel energie en papierwerk in zitten.”
Wat de impact is van de UNESCO status? "Het gebied is nog precies even mooi als daarvoor”, stelt Houben in eerste instantie nuchter. Tot hij het langer bezinken laat. "Wat wel bizar is om je te beseffen, is dat we hiermee ook internationaal op de kaart staan. Dat is héél bijzonder.”
Boomkikkers
Niet zonder reden verwierf het gebied deze titel. "In slechts 15 jaar tijd groeide het uit tot een van de meest vlinder- en libellenrijke gebieden van Nederland. Je komt hier tijdens een dag struinen geheid bijzondere soorten als de Grote Keizerlibelle of Grote Weerschijnvlinder tegen.”
Dan zijn er nog de boomkikkers: felgroene beestjes die in Nederland zo goed als uitgestorven waren. We vinden ze al snel in overvloed. "Dat heeft alles te maken met de omstandigheden van het gebied", verklaart Houben. "Het is hier inmiddels een boomkikker-hotspot. Ze doken hier vanzelf weer op: een serieuze indicatie van hoe goed het hier gaat.”
"Boomkikkers hebben best een wensenlijstje”, verklaart hij. "Ze hebben zuiver kwelwater, struiken en loofbomen nodig. Om te kunnen opwarmen, zich voort te planten én te schuilen voor roofdieren. Best een uitdaging in volgebouwd Nederland. Maar hier zijn alle elementen volop aanwezig.”
Ook grotere dieren als boommarters, reeën, edelherten en wilde zwijnen melden zich om de haverklap. ,,Graag loop ik hier vroeg in de ochtend of nog even in de avond”, aldus Houben. "Soms met één van mijn dochters op mijn schouders. Dan zien we altijd wel een ree of een beverdam.”
Toekomstwens
Bovendien fungeert het gebied als waterbuffer. "De naam verraadt het al. ‘Kempen’ is logisch: het water uit de Belgische Hoge Kempen stroomt hier naartoe. En ‘broek’ betekent ook wel ‘kletsnat’: dit gebied houdt het vele water – ook regenwater - en kwel vast.”
Waardevol voor periodes waarin we als land te maken krijgen met droogte, legt hij uit. "Zie het als een spons: zodra je water nodig hebt, druppelt het er langzaam uit. Zowel de natuur als omliggende landbouw heeft daar profijt van.”
Houbens toekomstwens? "Er zijn nog sleutelpercelen die we graag zouden toevoegen”, stelt hij. "Hopelijk kunnen we dit gebied verder op waarde schatten. Natuurlijk net als eerder sámen met belangenpartijen als agrariërs, natuurclubs, gemeentes en provincies.”
"De laatste rasters mogen dan ook wel weg", vindt Bram Houben. "Wij als mensen kiezen voor prikkeldraad en grenspalen. Maar de natuur doet niet aan hekken. En houdt niet op bij een grens. Als iets de visie van ARK typeert, is dat het wel.”
Dit artikel is op verzoek van ARK geschreven door Anne Veens. Voor de vijfendertigste verjaardag van ARK Rewilding Nederland vroegen we verschillende journalisten om mee op pad te gaan en een frisse blik te werpen op ontwikkelingen in de zeven ARK-gebieden.
Lees ook de andere artikelen over de oprichting van ARK Rewilding Nederland, herten in het Groene Woud , de mogelijkheden voor rewilding langs de IJssel en over wat ARK doet om het Noordzeeherstel uit de postzegelmodus halen.