De eerste waarnemingen van de voorjaarsmestkever druppelen binnen. Het zijn overlevers van vorig jaar. De nieuwe generatie zit nog als larve onder de grond waar ze zich vol eten van de voorraad mest die hun ouders hebben ingegraven. De komende weken verpoppen de larven en komen dan in mei uit de grond. De volwassen kevers zijn tot oktober te zien op zanderige gronden, heide en langs bosranden.
De voorjaarsmestkever gebruiken wat oudere, ingedroogde mest van paarden of runderen als voedsel. Geotrupes vernalis (ook wel Trypocopris vernalis) is dan ook te vinden in ARK-gebieden waar natuurlijke kuddes grazen. Behalve van de mest profiteren de kevertjes van de open plekken in het gras die ontstaan door het krabben en woelen van de paarden en koeien.
De voorjaarsmestkever heeft een wat boller en gladder schild dan de gewone mestkever en heeft een metaalglans over het zwart. Echte juweeltjes, iets kleiner dan de gewone mestkever: twee cm. De poten zijn stevig en sterk behaard. De tasters zijn kort maar opvallend door de sterk geveerde uiteinden. Soms zijn die oranje.
> Lees meer over het belang van poep.
> Lees meer over het belang van zanderige krabplekken.