Wateroverlast, watertekort, hittestress, stijgende zeespiegel, bodemdaling: Nederland moet rekening houden met de effecten van klimaatverandering op de biodiversiteit, de veiligheid, onze gezondheid en de economie. De natuur kan helpen deze problemen te verkleinen.
- Gezonde bodems en vitale bossen houden koolstof vast – wat het broeikaseffect indamt.
- Ook houden gezonde bodems water langer vast, wat goed is om verdroging tegen te gaan van landbouwgronden en natuurgebieden en om de uitstoot van broeikasgassen uit de bodem te beperken.
- Bomen en groene begroeiing hebben een verkoelende werking.
- Rivieren die de ruimte hebben, zijn veiliger bij hoog water.
- Natuurlijke oevers en riviermondingen houden sediment vast wat het achterland beschermt.
- Riffen en slikken voor de kust maken golfslag kleiner en beschermen de kust.
- Wilde dieren hebben een cruciale rol in het goed functioneren van de koolstofcyclus
Waterbuffers
Water vasthouden is belangrijk voor het behoud van biodiversiteit, voor drinkwater, landbouw en industrie, geeft verkoeling tijdens hete zomers, en helpt verdere daling van veenbodempolders voorkomen. Dit maakt Nederland minder kwetsbaar voor zeespiegelstijging. Klimaatbuffers - waterrijke gebieden waar mensen graag wonen en recreëren - kunnen een grote bijdrage leveren aan een klimaatbestendig Nederland. Klimaatbuffers en rewildingnatuur kunnen prima samengaan.
> Zie ook Kennisportaal Klimaatadaptatie en Natuurlijke Klimaatbuffers.
Bodemspons
Gezonde bodems met ruige begroeiing kunnen veel regenwater opvangen en vasthouden. Hoe langer een gebied natuur is, hoe meer leven er in de bodem zit. In de loop van eeuwen bouwt een bodem zich op, wordt rijker aan humus, resten van planten. Dit maakt de bodem ontvankelijker voor water. Bodemleven profiteert hiervan en zorgt er met hun graafgangetjes voor dat water nog weer makkelijker in de bodem trekt, van de duizenden wormen per vierkante meter tot hamstertunnels en mollengangen.
Eeuwen kunnen we niet wachten. We kunnen wél beginnen met maatregelen die de opbouw van organische stof in de bodem versnellen. Door de bodem niet te verstoren door ploegen. Door bomen te laten groeien. Door percelen akkerland in grasland of liever nog in natuur om te zetten waar grote grazers jaarrond mogen lopen. Die trappen gras en dode bladeren in de grond. Hun mest trekt kleine diertjes aan in de bodem en door de putjes van hun pootafdrukken kan water makkelijk de bodem in.
Natuurlijke airco
Dood hout in het bos laten is een andere maatregel om de bodemspons te versterken. Dode bomen kunnen zich bij regen vol water zuigen. Bij droogte geven ze dit enorme volume water heel langzaam weer terug aan de lucht. Ze zijn daarmee de ‘airconditioner’ van het bos: verdamping van water kost energie die uit warmte wordt gehaald: net als een airco werkt het ademen van een bos, van levende én dode bomen, werkelijk verkoelend. Samen met de schaduw van bomen en bladeren zorgt dit ervoor dat bossen bij heet weer gemakkelijk vijf graden koeler zijn dan de omgeving.
“Als het regent in Zuid-Limburg, stort het water van de grote akkers op de plateaus van Zuid-Limburg de dalen in. Begraasde, halfopen hellingbossen nemen veel meer water op, houden grond vast en bieden plek aan heel veel soorten planten en dieren. Zo zorgen we ook voor een levend en Zuid-Limburg voor de toekomst.”
Hettie Meertens, programma Drielandenpark ARK Rewilding Nederland
Vitale bossen
Bossen kunnen grote hoeveelheden koolstof opslaan. Dat effect is veel sterker als deze bossen goed en lang kunnen groeien en zich natuurlijk verjongen. De Nederlandse bossen op de droge zandgronden zijn in slechte staat. Door de verzurende werking van te veel stikstofverbindingen zijn belangrijke mineralen uit de bodem verdwenen en is ook de vertering van oud blad verstoord. Ook overbegrazing door herten die in kleine gebieden zijn opgesloten zorgt ervoor dat er weinig jonge bomen groot kunnen worden. Herstel van natuurlijke kringlopen kan de bossen helpen, net als het verbinden van bosgebieden met rijkere gronden. De terugkeer van grote roofdieren kan het gedrag van herten veranderen zodat de bosverjonging weer op gang kan komen.
Cruciale rol wilde dieren in de koolstofcyclus
Het terugbrengen van wilde dieren zodat ecosystemen weer in balans komen is één van de snelste, goedkoopste en meest effectieve manieren om het wereldwijde klimaat te stabiliseren.
Studies tonen aan dat de bescherming en het herstel van de populaties van slechts negen soorten/groepen - zeevissen, walvissen, haaien, grijze wolf, gnoe, zeeotter, muskusos, Afrikaanse bosolifanten en Amerikaanse bizon - gezamenlijk kunnen leiden tot het vastleggen van meer dan 95% van de hoeveelheid die elk jaar nodig is om te voldoen aan de wereldwijde doelstelling om 500 GtCO2 uit de atmosfeer te verwijderen tegen 2100. Dit nieuwe wetenschappelijke gebied staat bekend als Animating the Carbon Cycle. Collega-organisaties werken aan het op de agenda zetten van rewilding in mondiaal klimaatbeleid.