De hazelmuis: boegbeeld van natuurlijke bosranden

04-10-2015

Als behendige acrobaten bewogen hazelmuizen zich vroeger door heel Limburg - van zuid tot noord - via takken en twijgen door bomen en struiken. Met hun grote ogen, harige grijpstaart en grijpgrage vingertjes en teentjes waren zij de aapjes van het zuiden. De hazelmuis stelt hoge eisen aan het landschap. Komt hij er voor dan is het ook voor veel andere dieren geschikt. ARK natuurontwikkeling werkt sinds 2010 aan behoud en uitbreiding van leefgebieden van de hazelmuis in het Drielandenpark in Zuid-Limburg. ARK tekenaar Jeroen Helmer bracht de wereld van de hazelmuis in beeld. Het resultaat is voor iedereen gratis te downloaden.

De hazelmuis

Ooit kwam de hazelmuis (Muscardinus avellanarius) in heel Limburg voor. Tegenwoordig is hun verspreidingsgebied in Nederland beperkt tot de bosgebieden in het uiterste zuiden van ons land. Dat komt doordat hun favoriete leefgebied steeds minder geschikt werd. Hazelmuizen zijn afhankelijk van rijke bossen en bosranden, struweelrijke graslanden en weelderige verbindingen tussen verschillende leefgebieden. Deze overgangen tussen bos en grasland werden steeds scherper, graslanden werden eenvormiger en cultuurhistorische elementen zoals heggen en houtwallen verdwenen.

De afgelopen decennia zijn natuurorganisaties in Limburg aan de slag gegaan voor de hazelmuis. Er werden weelderige bosranden ontwikkeld en er werd geprobeerd om bestaande populaties met elkaar verbonden te houden. Omdat het aantal hazelmuizen de afgelopen tientallen jaren verspreid is geraakt over versnipperde gebieden wordt gewerkt aan het herstel van ontbrekende schakels met natuurlijke overgangen. Deze verbindingen zijn belangrijk zodat dieren tussen populaties kunnen uitwisselen waardoor de kans op inteelt en ziektes afneemt.

Gevarieerd leefgebied

Hazelmuizen stellen hoge eisen aan hun leefgebied. Dat moet in elk geval gevarieerd genoeg zijn. Hazelmuizen maken door het jaar heen gebruik van verschillende leefgebieden. In het voorjaar leven ze in de boomtoppen, soms midden in het bos. Daar eten ze bloem- en bladknoppen en insecten. Aan het einde van de zomer dalen ze af naar de randen van het bos, waar op dat moment volop voedsel te vinden is in de vorm van bessen, noten en andere zaden. In gevarieerde bosranden vinden ze een grote variëteit aan voedsel, maar ook doornstruiken die de hazelmuizen beschermen tegen roofdieren.

In bosranden bouwen hazelmuizen verschillende bolvormige nestjes van grassen en bladeren, zo groot als een tennisbal. De meeste nesten zijn bedoeld om in te slapen, maar vrouwtjes bouwen ook nestjes om hun jongen in te krijgen. De bosranden bieden zo’n overdaad aan voedsel dat zelfs de in de herfst geboren jonge hazelmuisjes nog genoeg kunnen eten om dik en rond te worden voor de winter. Vanaf het moment dat de vorst echt inzet gaan de hazelmuizen in winterslaap. Ze maken een nestje op de grond, in de strooisellaag van bladeren.

Image
Hazelmuis

Grazen voor hazelmuis en co.

In Zuid-Limburg laat ARK Schotse hooglanders grazen aan de rand van hazelmuisgebied. Deze natuurlijke begrazing draagt bij aan de ontwikkeling van rijke bosranden en gevarieerde graslanden met struwelen. Struiken met doorns worden minder gegeten en groeien steeds meer in de graslanden. En precies deze struiken dragen in het najaar bessen. Zo zorgen de grazers voor uitbreiding van het rijke hazelmuizenlandschap.

En daarvan profiteren niet alleen hazelmuizen. Honderden soorten planten en dieren leven in deze rijke landschappen. Grauwe klauwieren broeden in de meidoorns, levendbarende hagedissen zoeken de bescherming van het struweel en zelfs wilde katten zoeken voedsel op de overgang van bos naar grasland.

Gratis zoekkaart

De tekening van 'De hazelmuis als boegbeeld van natuurlijke bosranden' is gratis te downloaden en kan als zoekkaart gebruikt worden tijdens een wandeling in de Zuid-Limburgse bossen.

Meer informatie

Downloads