ARK begon 35 jaar geleden met het aanjagen van wilde natuur: natuur maken waar eerder iets anders was.
ARK verwildert gebieden door te zorgen voor een zo goed mogelijk vertrekpunt voor de natuur, passend bij het gebied. Door soorten terug te brengen die een sleutelrol spelen in de natuurontwikkeling van het gebied. Voorbeelden zijn biobouwers als bevers of rifvormende schelpdieren, of grazers die voor variatie in begroeiing zorgen. Ook het herstel van natuurlijke waterlopen en het verwijderen van sloten en andere drainage is vaak nodig om rewilding op gang te brengen.
“Rijkswaterstaat ruimde in 1989 het wilgenooibos op en groef de bovenste laag zand weg van de Ewijkse Plaat ter bevordering van de waterafvoer door de Waal. ARK adopteerde direct dit gebied als proefproject, in overleg met RWS. Boer Daniëls liet er zijn koeien op lopen.
Koningssteen kwam ook in 1989 beschikbaar. Het was ons eerste natuurlijke begrazingsgebied met Koniks en Galloways. De bulldozerlocatie op het Millingerduin is van 1990. Rangerwaard, aankoop door actie WWF-rangers aan de andere kant van het pad in 1992, staat nu bekend als 't Zand."Jeroen Helmer, ecoloog en illustrator bij ARK Rewilding Nederland
Deze actieve benadering bij de herinrichting van een gebied maakt het mogelijk om het beheer daarna meer los te laten. Want rewilding stuurt niet op vastgelegde doelen, omdat de essentie van natuur is dat die veranderlijk is. Hierin verschilt rewilding van actief, regulier natuurbeheer waarin een ‘natuurdoeltype’ met bijbehorende soorten wordt nagestreefd. Vaak zijn dat arbeidsintensieve maatregelen, zoals maaien, het uittrekken van boompjes en het plaggen van heide om te zorgen dat een open gebied niet in bos verandert.