Rewilding werkt voor mensen

Oog in oog met een wild dier (een pyjamawants of een wolf), de verrassing van een bloem, de rondgang van de seizoenen. Het ruisen van bomen, de spanning van verdwalen, de confrontatie met weer en wind.

De schoonheid zien van groei en verval, de zang van vogels horen, de grootsheid ervaren van wat niet door mensenhand wordt gestuurd. Wilde natuur laat zien dat we deel zijn van iets groters.

We zijn afhankelijk van ons landschap. Voor voedsel, water, leefbaarheid, gezondheid, inspiratie en zingeving: we zijn deel van het leven, en daarmee van de natuur. We staan er niet buiten of boven. 
Rewilders helpen de natuurlijke processen hooguit op gang en zijn terughoudend met ingrepen om de natuurlijke dynamiek te stoppen of te beperken. Veranderingen in het landschap, de aantallen soorten en de interacties daartussen horen erbij. 
Rewilden is daarmee niet alleen een methode om meer natuur te maken, maar ook een filosofie, een levenshouding: “Ik ben deel van de natuur en ik vertrouw erop dat de natuur zichzelf vormt als ze de ruimte en tijd krijgt."

Ruige randjes accepteren

Natuur fascineert door zowel schoonheid, als haar ruige randjes. Het een bestaat niet zonder het ander. Voor een gezonde natuur is het nodig dat we accepteren dat wilde soorten en processen hun ruimte krijgen. Ook de minder ‘mooie’ zoals sterfte, verval, predatie, catastrofes als storm en overstroming. 

Deelnemer zijn

Dat de mens deel is van de natuur, betekent ook dat de mens zoveel mogelijk deel moet kunnen nemen, de natuur en het landschap moet kunnen ervaren. Wat ARK betreft zo min mogelijk afgesloten gebieden waar mensen niet welkom zijn.  
ARK koppelt om deze redenen altijd educatie aan de ontwikkeling van wildere natuur. En we organiseren struintochten. Omdat je pas de waarde van natuur kan kennen en voelen, als je die ervaren hebt.

"Dit zou je toch ieder schoolkind gunnen, minstens één keer per jaar struinen op het Eiland van Brienenoord". 
“Sommige kinderen komen zelden hun wijk uit.”  

Juf Sharon en meester Erwin, bij veldles Eiland van Brienenoord.

 
> Lees meer over onze veldlessen.
> Ga mee naar buiten met ARK, bekijk de activiteitenagenda.

Image
Wild van Vlinders. © Jeroen Helmer

Wetenschappelijke bronnen

Making rewilding fit for policy

Leeswijzer
Dit artikel gaat in op de huidige politieke context en rewilding. Als jij de verschillen tussen restoratie en rewilding duidelijk wil krijgen, welke ecologische processen waarbij spelen en vooral benieuwd bent naar hoe de politieke omstandigheden zijn om rewilding-initiatieven mogelijk te maken is dit artikel echt iets voor jou. Met grote tabellen en een mooi overzicht van rewilding-initiatieven wereldwijd en in Europa worden de verschillen helder uitgelegd en de politieke kansen hiervoor geschetst.
Abstract
1. Rewilding, here defined as “the reorganisation of biota and ecosystem processes to set an identified social–ecological system on a preferred trajectory, leading to the self-sustaining provision of ecosystem services with minimal ongoing management,” is increasingly considered as an environmental management option, with potential for enhancing both biodiversity and ecosystem services.
2. Despite burgeoning interest in the concept, there are uncertainties and difficulties associated with the practical implementation of rewilding projects, while the evidence available for facilitating sound decision-making for rewilding initiatives remains elusive.
3. We identify five key research areas to inform the implementation of future rewilding initiatives: increased understanding of the links between actions and impacts; improved risk assessment processes, through, for example, better definition and quantification of ecological risks; improved predictions of spatio-temporal variation in potential economic costs and associated benefits; better identification and characterisation of the likely social impacts of a given rewilding project; and facilitated emergence of a comprehensive and practical framework for the monitoring and evaluation of rewilding projects.
4. Policy implications. Environmental legislation is commonly based on a “compositionalist” paradigm itself predicated on the preservation of historical conditions characterised by the presence of particular species assemblages and habitat types. However, global environmental change is driving some ecosystems beyond their limits so that restoration to historical benchmarks or modern likely equivalents may no longer be an option. This means that the current environmental policy context could present barriers to the broad implementation of rewilding projects. To progress the global rewilding agenda, a better appreciation of current policy opportunities and constraints is required. This, together with a clear definition of rewilding and a scientifically robust rationale for its local implementation, is a prerequisite to engage governments in revising legislation where required to facilitate the operationalisation of rewilding.