De grote weerschijnvlinder was tot een jaar of vijftien geleden een zeldzame soort die alleen in oude loofbossen in het zuiden en oosten van ons land voorkwam. De laatste tijd breidt hij zich sterk uit. In Noord-Brabant is het nog steeds een zeldzaamheid en in veel ogenschijnlijk geschikte bossen, bijvoorbeeld in het Groene Woud, ontbreekt hij nog. Hoe komt dat?
De grote weerschijnvlinder is een verborgen levende vlinder die kenmerkend is voor structuurrijke vochtige bossen. Hoewel hij als ernstig bedreigd te boek staat, is de laatste tien jaar sprake van een opmars, hoewel er in Zuidoost-Nederland nog steeds maar vier populaties voorkomen. De grote weerschijnvlinder komt niet in hoge dichtheden voor. Het is een mobiele soort, waarvan de populaties zich op grote ruimtelijke schaal uitstrekken. Vooral in oudere, structuurrijke, vochtige loofbossen, wilgenbroekbossen en bossen in beekdalen is hij te vinden. In Noord-Brabant komt hij voor in de natuurreservaten De Brand en De Kampina. Opvallend is dat de soort, die zich de laatste jaren elders flink uitbreidt en ook als mobiel bekend staat, andere geschikte bossen in het Groene Woud, zoals De Scheeken en De Geelders nog niet heeft gekoloniseerd. Wat zijn de sleutelfactoren voor deze soort en wat zijn de plekken waar de rupsen leven? In Engeland is de grote weerschijnvlinder plaatselijk erg veel aanwezig en met name in het natuurontwikkelingsgebied Knepp Wildland, voormalig agrarisch gebied, komt hij veel voor.
Om te leren van de kennis daar is Matthew Oates, die al vele jaren de grote weerschijnvlinder in het Verenigd Koninkrijk onderzoekt, gevraagd om zijn ervaringen met ons te delen. Tijdens een boeiend symposium, waar onder meer vertegenwoordigers van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Brabants Landschap en de provincies Noord-Brabant en Gelderland aanwezig waren, vertelde Matthew over de grote weerschijnvlinder en waar in Knepp Wildland de eitjes worden afgezet en de rupsen leven. Het gaat daar om boswilg die gedeeltelijk beschaduwd staat. Vaak zijn er in de directe omgeving wat hogere bomen aanwezig. Als tip werd meegegeven dat de rupsen vooral te vinden zijn op de wat dunnere en frisser groene bladeren en minder op dikkere en meer blauwgroene bladeren. Met deze kennis gewapend gingen alle deelnemers in De Kampina en De Scheeken op zoek naar rupsen. Maar helaas zonder resultaat. Een dag later gingen twee studenten van InHolland in Delft, Bart van Berkel en Tommie Pot, samen met Matthew op pad en zij vonden wel een rups. Zij zullen de komende maanden in vijf bosgebieden in Zuidoost-Nederland intensief gaan zoeken naar rupsen en beschrijvingen maken van de vindplaatsen. Op die manier hopen we erachter te komen wat de sleutelfactoren zijn voor de voortplanting van deze bijzondere vlinder.
De grote weerschijnvlinder is één van de doelsoorten uit het programma ‘Wild van vlinders’, dat De Vlinderstichting en ARK Natuurontwikkeling, met steun van de provincie Noord-Brabant, uitvoeren.