Nederland is naar alle waarschijnlijkheid weer geschikt als broedgebied voor de kroeskoppelikaan. Dat is de conclusie die Nederlandse en Vlaamse onderzoekers trekken na een verkennende studie. De terugkeer van deze soort in de lage landen zou een bekroning van het natuurherstel in de delta zijn.
Inheemse soort
Met een spanwijdte van bijna 3,5 meter is de kroeskoppelikaan de grootste vliegende viseter die ooit in Nederland heeft geleefd. De vogel kwam tot in de vijftiende eeuw voor in de lage landen en leefde nabij de riviermondingen en in het laagveengebied langs de kust. Maar net als veel andere grote, iconische soorten als bever, kraanvogel en zeearend verdween de kroeskoppelikaan door jacht en vernietiging van het leefgebied. Uit de studie blijkt dat er inmiddels weer voldoende geschikt leefgebied is voor een zelfstandige populatie in Nederland en Vlaanderen. Flevoland met haar randmeren en de IJsselmonding, het Friese en Overijsselse merengebied en het benedenrivierengebied (Biesbosch, Haringvliet en Krammer-Volkerak) lijken de meest geschikte gebieden voor deze soort.
“Fisherman’s friend”
Uit de studie en ervaringen uit het buitenland blijkt dat sport- en beroepsvissers niets te vrezen hebben bij een terugkeer van deze soort, omdat de kroeskoppelikaan vrijwel alleen kleine zoetwatervissen eet die in Nederland voor de visserij niet interessant zijn. Ook zullen de aantallen kroeskoppelikanen in het niet vallen bij andere viseters in ons land, zoals aalscholvers. In het buitenland voeren vissers pelikanen zelfs vaak bij met ondermaatse vis en organiseren zij trips voor toeristen naar de pelikanen.
Kroon op het werk
Naast kansen voor natuurbeleving zou een toekomstige terugkeer van de kroeskoppelikaan een bekroning op het werk zijn van herstel en uitbreiding van natte natuurgebieden dat de laatste decennia in Nederland is gerealiseerd. De soort staat symbool voor betere waterkwaliteit, visrijk water en hij kan samen met andere soorten als een aanjager voor verder herstel van waterrijke gebieden in ons land fungeren. Wanneer de soort ergens voor kan komen heb je echt te maken met Europese topnatuur! Bovendien staat de soort aan de top van de voedselpiramide en maakt hij bij een terugkeer het ecosysteem weer compleet. En door zijn unieke uiterlijk en gedrag zal de soort vermoedelijk al snel geliefd raken bij het publiek.
Vervolgstudie nodig
Helaas is het niet aannemelijk dat de soort op eigen kracht terugkeert, voor terugkeer is een herintroductie nodig. Voordat er serieus over zo’n herintroductie nagedacht kan worden, is een vervolgstudie nodig. Uit die studie moet blijken wat de beste locatie en aanpak voor een dergelijke herintroductie zouden zijn en welke maatregelen er eventueel eerst nog moeten worden genomen. Denk daarbij o.a. aan het beter zichtbaar maken van hoogspanningsdraden en windturbines en het optimaliseren van broedeilanden. De initiatiefnemers van de studie gaan met partnerorganisaties en betrokken partijen in gesprek om te bepalen of er animo is voor zo’n vervolgstudie. Ook in het Verenigd Koninkrijk wordt er momenteel over een toekomstige herintroductie nagedacht en zijn er diverse onderzoeken in uitvoering.
Uitreiking eerste rapporten
De studie is op 15 oktober in Diergaarde Blijdorp aangeboden aan Fred Wouters, directeur van Vogelbescherming Nederland en Lieven De Schamphelaere, erevoorzitter van Natuurpunt, de Belgische BirdLife partner.
De studie is uitgevoerd door Kurstjens ecologisch adviesbureau, Sovon Vogelonderzoek Nederland, Wageningen University & Research en (het Vlaamse) Instituut Natuur- en Bosonderzoek. Er is nauw samengewerkt met diverse Europese kroeskoppelikaan-specialisten die betrokken zijn in het Europese Life project ‘Pelican way of LIFE’.
De studie is uitgevoerd in opdracht van een consortium van negen Nederlandse, Vlaamse en Europese natuurorganisaties: ARK Natuurontwikkeling, Stichting Het Zeeuwse Landschap, Rewilding Europe, Agentschap Natuur en Bos, Natuurpunt, LandschappenNL, Diergaarde Blijdorp, IUCN NL en Pelican Way of Life.