Natuurlijke snoeimessen van ijs kortwieken de uiterwaarden

26-02-2021

Geknakte takken en gevilde struiken zover het oog reikt. De combinatie van strenge vorst en dalend water in de rivieren zette half februari een bijzonder natuurlijk proces in gang. IJs als megasnoeimachine. Door het dalende water in de uiterwaarden tijdens de vorst hebben de gevormde ijsplaten hele takken van bomen getrokken en struiken in elkaar gedrukt. In één week is járen van struweelontwikkeling teniet gedaan.

Image

In de natuur lijkt het een vast gegeven: in West-Europa wordt grasland vanzelf bos. Als je het maar de tijd geeft, dan kiemen er steeds meer doornstruiken in het gras. Die struiken houden grazers op afstand, zodat ook bomen onder hun beschutting kunnen kiemen en uitgroeien tot een heus bos. Dat het echter ook anders kan, toont de afgelopen hoogwaterperiode die eindigde in een weekje stevige vorst. Eén van de zeldzamere natuurlijke processen waarvan de sporen nog jarenlang als een ‘horizon’ in het landschap te herkennen zullen zijn.

Image

IJsvloer als genadeloos mes

Precies op de piek van het hoogwater in de rivieren kregen we te maken met een week lang matige tot strenge vorst. Met name op plekken waar het water zwak stroomde vormde zich ijs. Een tweede gevolg van de vorstperiode was dat de toevoer van water vanuit Duitsland en Frankrijk meteen stagneerde. Daarop daalde de waterstand scherp, waardoor de ijsvloer, gehecht aan de takken van overstroomde struiken en bomen, ter plekke losbrak en vrij kwam te hangen. Als gevolg daarvan scheurden polsdikke zijtakken af. Op andere plekken daalde het ijs op een struik neer en drukte hem volledig plat. In terreinen met veel struiken is de ravage momenteel enorm. De ontwikkeling naar een volwassen bos is hierdoor weer bijna terug bij af. Voor de natuur heeft dit zeker gevolgen. Soorten van open landschap zullen er van profiteren. Maar de grauwe klauwieren die hier de afgelopen jaren broedden zullen bij terugkomst uit Afrika raar opkijken dat hun struwelen geen 3 meter, maar 50 centimeter hoog zijn. Wat het verder precies voor gevolgen heeft voor de natuur zal in de loop van het zomerseizoen blijken.

Image

Kruiend ijs

Hoewel deze werking van het ijs indrukwekkend is, is het toch  nog maar een zwakke afspiegeling van de kracht die het ijs in het verleden had. Door de bouw van elektriciteitscentrales en grote fabrieken met koelwater langs de rivieren, zoutlozingen vanuit de kalimijnen en het veranderende klimaat raakt het rivierwater zelden meer bevroren. De laatste keer was in 1963, toen je over de Waal kon lopen. Dit rivierijs wordt pas gevaarlijk als het gaat dooien. Dan breekt het open in schotsen die over elkaar heen schuiven tot metershoge bergen, aangedreven door de krachtige rivier, die aanzwelt door het overvloedige smelt- en regenwater vanuit de bergen. Kruiend ijs was in het verleden de grootste oorzaak van dijkdoorbraken. Dit jaar was het fenomeen in Nederland in minivorm zichtbaar langs de Afsluitdijk, waar de zuidenwind de schotsen van het smeltende IJsselmeer naartoe had geblazen.

Image

Natuurlijke ontstopper

Maar kruiend ijs was vroeger ook een belangrijke opruimer in een dichtgegroeid rivierdal. Dezelfde kracht die dijken deed breken, ruimde ook hele bossen op en voerde ze af naar de zee. Zo ontstonden grote open plekken in het rivierdal waar weer nieuwe vegetatie kon ontstaan. Cyclisch uiterwaardbeheer avant la lettre. Dat is dus wat we dit jaar in milde vorm zien: ijs als stripper van struiken in de uiterwaarden.

Image

Op weg naar dynamisch uiterwaardbeheer

Nu de natuurlijke (meander)krachten van de rivier aan banden zijn gelegd, is de rivier ook niet meer in staat om struweel en bos door erosie op te ruimen. Daarmee loopt het succes van natuurontwikkeling tegen grenzen aan. Ruwe vegetatie leidt nu eenmaal tot een belemmering van de doorstroming en daarmee tot ongewenste opstuwing van de rivier tijdens extreem hoogwater. Om meer ruimte te creëren voor natuurlijke vegetatieontwikkeling wordt nu gewerkt aan het zogenaamde ‘dynamisch uiterwaardbeheer’. Dynamisch uiterwaardbeheer heeft drie belangrijke manieren om dit te bereiken:

  1. Het verwijderen van obstakels en aanleggen van nevengeulen in uiterwaarden. Dit leidt tot lagere waterstanden tijdens hoogwater. Deze gewonnen ruimte wordt dan benut om een ruwere vegetatie mogelijk te maken, zoals de ontwikkeling van ooibossen en ruigtes.
  2. Ontwikkeling van vegetatie op natuurlijk wijze vertragen. Daarbij spelen bevers, paarden en runderen en in de toekomst hopelijk ook herten een belangrijke rol.
  3. Met een uitgekiend uiterwaardbeheer hoeft minder vaak te worden ingegrepen. Wanneer dit wel nodig is kan dit door het met enige regelmaat lokaal verjongen van de vegetatie, waarbij de processen van de rivier worden nagebootst. Deze volledige ‘reset’ zorgt voor een duurzame ecologische rijkdom. Dit noemen we cyclische verjonging.

Image

Zelf zien?

In talloze uiterwaarden is het snoeiwerk van het ijs tijdens het zakkende water te zien. Wie gaat wandelen in natuurgebieden langs de Waal in de Ooijpolder kan het bijna niet missen. Het grootste aantal uitgescheurde en platgedrukte struiken en bomen is te zien in natuurgebied de Millingerwaard van Staatsbosbeheer bij Nijmegen. Het gebied is vrij toegankelijk.

Contactpersoon