Een overleden kroeskoppelikaan is recent door Blijdorp beschikbaar gesteld aan de wetenschap en overgedragen aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De vogel wordt geprepareerd en de botten worden opgenomen in de archeozoölogische vergelijkingscollectie. Hierdoor wordt het gemakkelijker voor archeologen om vogelbotten uit opgravingen op naam te brengen. Die waren eerder vaak niet te determineren door het ontbreken van referentiemateriaal. Vanaf nu kunnen ze vergeleken worden met botten die met zekerheid van een kroeskoppelikaan zijn. De verwachting is dat botfragmenten nu vaker aan kroeskoppelikanen kunnen worden toegeschreven.
RIVIERMONDINGEN EN LAAGVEENPLASSEN
De kroeskoppelikaan kwam tot in de vijftiende eeuw voor in riviermondingen en laagveengebieden in Nederlandse kustgebieden. Elf vondsten uit archeologische opgravingen tonen aan dat de soort leefde in de noordwestelijk helft van Nederland. Daar foerageerde hij in ondiepe plassen en nestelde in ongerepte gebieden. Jacht en verlies aan geschikt leefgebied brachten daar helaas verandering in.
Naast Nederland zijn er in Engeland, Duitsland, Denemarken en zelfs Zweden en Finland historische waarnemingen bekend. Tot in de middeleeuwen was er nog sprake van een wijdverspreide Noord-Europese populatie. Er zijn geen aanwijzingen dat deze vogels in de winter naar het zuiden trokken. Ook zijn er (nog?) geen waarnemingen bekend uit die periode uit landen als Spanje & Frankrijk. Met het versterken van de referentiecollectie wordt hopelijk ons beeld van de historische verspreiding in de toekomst nog nauwkeuriger ingevuld.
Terugkeer van een iconische soort
ARK Natuurontwikkeling verkent samen met partners of deze bijzondere vogel weer terug kan keren in de lage landen. Samen met Nederlandse en Vlaamse onderzoekers deed ARK in 2021 een verkennende studie naar de kansen voor de terugkeer van de kroeskoppelikaan in Nederland en België. De conclusies zijn hoopgevend: er is inmiddels weer voldoende geschikt leefgebied voor een zelfstandige populatie in zowel Nederland als Vlaanderen. Dat is goed nieuws voor de kroeskoppelikaan zelf, maar ook voor allerlei andere soorten. De kroeskoppelikaan is namelijk een ware ambassadeur voor natte natuur: zijn aanwezigheid onderstreept het belang van verder herstel van waterrijke gebieden in ons land. Dat is ook voor lepelaar, purperreiger, otter en tal van vissoorten van belang. Bovendien zet de soort het beter zichtbaar maken van hoogspanningsleidingen en het vogelvriendelijker maken van windmolens op de kaart. Zo kan de kroeskoppelikaan fungeren als spreekbuis voor allerlei andere dieren.
Hier Alleen nog in de dierentuin
Vooralsnog is de kroeskoppelikaan in Nederland alleen nog maar te bewonderen in diverse dierentuinen. De grootste groep bevindt zich in Diergaarde Blijdorp in Rotterdam, waar op dit moment een kolonie leeft van zo’n 40 vogels. In deze kolonie worden jaarlijks jongen geboren. In het buitenland is de verspreiding tegenwoordig vrijwel beperkt tot Zuidoost-Europa. Griekenland (het Kerkinimeer is er zelfs beroemd om) en ook de Donaudelta in Roemenië huisvesten twee soorten pelikanen.
Dat we tegenwoordig de kroeskoppelikaan beleven als een soort van zuidoost-Europa en oostelijker, is een mooi voorbeeld van hoe 'shifting baselines' ons natuurbeeld bepalen.Met de nieuwe samenwerking tussen dierentuin en wetenschap worden zowel archeologische opgravingen wetenschappelijke versterkt en daarnaast wordt het ecologische onderzoek naar het voorkomen van de soort in Nederland versterkt.
Meer informatie
- De verkennende studie naar de kansen voor de terugkeer van de kroeskoppelikaan.
- De nieuwsbrief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).