Aan de zijkant van het podium komt natuurfilmer Cees van Kempen op. Hij was het, bepakt en bezakt met zijn cameraspullen. Drie jaar lang was hij ermee in het bos, werkend aan zijn wolvenfilm. Nu betreedt hij de toneelvloer met een vervolg. In een multimediale voorstelling vertelt hij over de avonturen die hij met de wolven beleefde in het veld. “Eigenlijk zou iedereen het verhaal moeten horen en zien, ook degenen die twijfel hebben over de terugkeer van de wolf.”
“Ik stook niet,” zegt Van Kempen. “Maar ik weerleg wel sprookjes. Nee, wolven huilen niet alleen bij volle maan. En wolven zijn echt niet het gevaarlijkste dat je kan tegenkomen in het bos. Ik ben banger om tussen een moederzwijn en haar biggen terecht te komen. En wat dacht je van teken? Doodeng. Vallend hout na een storm. En vergeet niet dat er jaarlijks wereldwijd vijftienduizend mensen omkomen door de bliksem en gemiddeld nul door wolven.”
Niettemin is het spannend dat wolven na honderdvijftig jaar terug zijn in de Nederlandse natuur. Wat gaat het effect zijn van de wolf? Het leven van de vos, de das, de herten, de reeën en het wild zwijn is in elk geval spannender geworden. En het bos veert op nu de kringloop van leven en dood sneller gaat nu er weer grote roofdieren rondlopen.
“In de voorstelling vertel ik over hoe ik op een nacht doorhad dat de wolven een prooi hadden. En wat daar dan allemaal op af komt! Een leven! Uiteindelijk wordt zo’n kadaver een mini-eilandje voor biodiversiteit. En dan een paar dagen later een stukje verderop weer zo'n eilandje, en weer.”