Natuurlijke begrazing ontdekken met studenten Yuverta

20-12-2024
Luna Bakker
Medewerker en stage-coördinator
Op een druilerige dag in de week voor kerst bezoeken zo’n 25 Bos- en Natuurbeheerstudenten van Yuverta Velp de Millingerwaard. Zij volgen een vak over begrazing en om te leren hoe natuurlijke begrazing er in de praktijk uitziet, gaan ze op pad met Bart Beekers en Jeroen Helmer van ARK.

Bart Beekers is programmaleider van de Gelderse Poort en Jeroen Helmer ecologie-illustrator bij ARK. Ik ben mee als nieuwe ARK’er en oud Eco & Wildlife student van Yuverta om de kruisbestuiving mee te maken tussen mijn oude opleiding en ARK. We verdelen ons in twee groepen, ik sluit aan bij de groep van Jeroen. 

Stapels poep 

We hebben nog maar een paar stappen gezet als Jeroen in één keer halt houdt bij paardenpoep, want over poep heeft hij wel iets te vertellen. “Dit is niet de poep van één hengst maar van meerdere hengsten. Hengsten poepen altijd op een zichtbare plek zoals hier op het pad. De geur van hun poep vertelt veel over hun gesteldheid; hoe fit ze zijn, hoeveel hormonen er rondgieren in hun lichaam en meer. Een volgende hengst die hier langskomt poept er weer bovenop om zijn geur te verspreiden en zo ontstaat een hengstenlatrine”, vertelt Jeroen met een grijns op zijn gezicht. Maar daar houdt zijn verhaal over poep niet op. Hij benadrukt het belang van ‘levende poep’. En daar bedoelt hij mee dat de grazers niet vol zijn gestopt met ontwormingsmiddelen en pesticiden, want die hebben hun werking op de poep. “Dan leeft de poep niet meer, dan zitten er geen mestkevers, strontvliegen en roofvliegen meer op de poep en dan stagneert het natuurlijke proces van afbraak van onverteerd materiaal. Kijk, hier zie je nou dat dit gezonde poep is. Een kraai heeft erin lopen pikken”. We turen naar een grote koeienvlaai met gaatjes erin. Jeroen vertelt door: “Deze gaatjes zijn vrij groot en rommelig en duiden daarmee op een snavel. De gaatjes die de mestzwemtor maakt hebben keurig gladde randen, hij boort zichzelf spiraalsgewijs naar binnen”. Tal van dieren en planten zijn verzot op poep. De mestkevers en hun larven verwerken de poep met behulp van wormen, schimmels en bacteriën. Al dit leven trekt rovers aan zoals roofvliegen en strontvliegen maar ook padden, vogels en dassen pikken hun ‘graantje’ of in dit geval ‘beestje’ graag mee. Jeroen moedigt ons aan in de zomer eens een paar uur naast een latrine of vlaai te gaan zitten met een verrekijker in de hand. “Je weet niet wat voor wereld zich voor je opent”, vertelt hij met sprankelende ogen.  

Image
Sleutelroltekening Poep
Levende poep, de sleutelrol van poep in de natuur (illustratie Jeroen Helmer)

Met de geur van verse poep nog in mijn neus lopen we verder. We komen boerenwormkruid tegen. “Kijk, deze plant eten grazers om van hun parasieten af te komen. Grazers weten zelf heel goed welke kruiden of planten zij moeten eten om hun kwalen te verhelpen”. Jeroen vertelt dat wilgen aspirinestoffen bevatten en grazers deze eten om hoofdpijn te verminderen. De dieren beschikken over hun eigen kruidenapotheek en wij kunnen met onze chemische middelen hier beter niet in mengen. 

De wondere wereld van stierenkuilen 

Een paar honderd meter na de hengstenlatrine houden we halt bij een stierenkuil. “Iemand van jullie wel eens gehoord van een stierenkuil?”, vraagt Jeroen hoopvol maar het blijft stil. Dus barst Jeroen los over het belang van stierenkuilen en de wonderlijke wereld die daarachter schuilgaat. Over hoeveel soorten insecten wel niet profiteren van de steilranden van de kuil en hoe dat een klein ecosysteem op zichzelf is. Met veel enthousiasme en levendige gebaren vertelt hij hoe hij getuige was van de confrontatie tussen twee stieren die uit aan het maken waren wie de koe mocht dekken. Met opstuivend zand en zwaar gehijg als gevolg. “Maar”, voegt hij eraan toe, “de koe maakt de keus”. 

Terwijl we verder lopen horen we plots het gezang van een putter in het struikgewas. We houden halt maar het kleurrijke beestje laat zich niet zien.  

Als boom opgroeien in begrazingsgebied 

Jeroen vertelt ons hoe bomen opgroeien onder invloed van begrazing. “Daar hebben zij allerlei tactieken voor ontwikkeld. Zachthoutsoorten hebben weer andere mechanismen ontwikkeld dan hardhoutsoorten. Zo is de wilg een snelgroeiende soort met een groot vertakkingsvermogen. Overal waar een tak wordt afgekauwd, groeit een nieuwe bij. De wilg reageert zelfs op het speeksel van de grazers. De stimulans van begrazing verhoogt dus het vertakkingsproces”, vertelt Jeroen. “Als dat geen samenhang is”, verraste blikken kijken op. “Wow, dat is vet”, hoor ik één van de deelnemers zeggen. “Het is zo complex, alles is met elkaar verweven”. Jeroen grijnst, duidelijk blij met deze opmerking van de student. Hij vertelt verder hoe hardhoutsoorten weer een andere strategie ontwikkeld hebben om als boompje op te groeien, zonder opgepeuzeld te worden door grazers. Zij maken gebruik van stekelstruiken zoals meidoorns om hun jongere jaren, wanneer hun bast nog kwetsbaar is voor vraat, door te komen. 

“Al deze interacties, dat is nou natuur”, vertelt Jeroen. “Hoe meer ingrepen we doen, hoe minder sterk de natuur wordt. Deze interacties en natuurlijke processen maken de natuur weerbaar. De natuur vindt overal een antwoord op, maar als wij maar blijven ingrijpen dan nemen we de kans weg de natuur haar eigen reactie te geven”.  

We banen ons een weg door het kletsnatte terrein. Het enige dat je hoort is het geluid van laarzen die zich bij iedere stap lostrekken uit de modder. Ik raak in gesprek met één van de studenten die zegt dat deze excursie maar weer een goede reminder is dat je de dingen niet los van elkaar kan zien maar dat de natuur een systeem is. “Fascinerend”, zegt ze, terwijl we ons een wegbanen over het glibberige modderpad. 

Dood doet de studenten opleven 

We slaan het pad af en struinen door de bosjes op zoek naar de restanten van het kadaver van een koe. Na wat speurwerk stuiten we op de botten. Jeroen vertelt over het belang van dode dieren in de natuur, over voedingsstoffen en mineralen als fosfor en kalk die via het ontbindingsproces weer beschikbaar komen voor andere dieren en planten en dat daarom ARK zich inzet voor het laten liggen van dode dieren in de natuur. “Maar”, voegt hij eraan toe. “Er zal helaas nog flink wat water door de Waal moeten voordat we dode dieren kunnen laten liggen”. Speurend naar de grond komen we steeds meer botten tegen. “Hé, hier ligt de hele ruggengraat”, roept een deelnemer. “Wow, hier ligt zelfs de schedel”, een student wijst naar het struikgewas. Eerst zie ik niks maar opeens valt mijn oog erop en zie ik het imposante schedel liggen. Naast me hoor ik iemand zeggen: “Dat is nou een goede profielfoto voor onze WhatsAppgroep”. Een ander zegt: “Vet, ik wil een bot meenemen”, waarop direct gereageerd wordt: “Heb je wel naar Jeroen geluisterd? Dat is juist níet de bedoeling”. Dit bezoekje aan de botrestanten brengt bij de studenten iets in beweging. Het zal wel het aangezicht zijn van de dood en de vergankelijkheid van het leven, waar we normaal gesproken liever niet naar kijken. 

Image
Dood doet leven Millingerwaard
“Wow, hier ligt zelfs de schedel”

We wandelen verder door het gebied, we komen bij de Waal. Boven op de rivierduin pakt de gure wind ons woest beet. Hij laat mijn haren wapperen en verstijft mijn gezicht en lippen. We zien de elementen aan het werk. De wind stuift het zand de oever op en zo groeit de hoogst levende rivierduin van Nederland.  

Terwijl we verder wandelen en de beschutting weer opzoeken vraag ik aan een student die naast mij loopt wat hij van het gebied en de excursie vindt. “Ik ben aan het genieten”, zegt hij. “Ik heb er lol in om rond te kijken, te luisteren naar de verhalen van Jeroen en alles in me op te nemen”. “En wat vind je van het gebied?”, vraag ik hem. “Ja, heel mooi. Ik vind het een extravagant gebied”. Hij loopt alweer verder maar ik kauw nog even na op zijn frappante woordkeus. Mmm, nooit eerder iemand een gebied extravagant horen noemen maar ik geloof dat ik wel begrijp wat hij daarmee bedoelt, denk ik terwijl ik het gebied nog eens goed in mij opneem. 

Hoe een 200 jaar oude boom het gesprek op gang brengt 

We komen aan bij een 200 jaar oude wilg met dikke kronkelende takken die tot op de grond komen. Een interessante verschijning. Een soort boom die je niet vaak ziet, meestal staan bomen strak naast elkaar als lucifertjes de lucht in rijkend. Jeroen vertelt hoe deze boom zo oud kan worden. Doordat hij één of meerdere takken laat afsterven. Door deze afstervende takken komen er in de loop der tijd honderden soorten dieren op af, van insecten tot vogels en zoogdieren. De takken verteren met behulp van schimmels en ongewervelden en zo komen deze voedingsstoffen vrij voor de boom. De vele dieren die de boom aantrekt verrijken de bodem ook weer door hun poep, braakballen of door achtergebleven nestmaterialen en daar profiteert de boom van. Deze ene boom faciliteert gedurende zijn levenscycli vele soorten organismen en helpt daarmee dus ook zichzelf. Zo ontstaat rondom de boom een ingenieus complex systeem en kan een écht oude boom ongelooflijk veel biodiversiteit huisvesten. Jeroen sluit af: “En juist voor jullie als Bos- en Natuurbeheerstudenten die straks in het veld aan de slag gaan is het zo belangrijk dit te weten en de gehele potentie van de boom te zien”.   

Image
Jeroen Helmer vertelt over het belang van oude bomen
Jeroen Helmer over het grote ecologische belang van oude bomen. Rewilding gaat niet alleen over ruimte geven maar de natuur ook tijd gunnen. 

Terugblik op de dag 

Uitgewaaid en onder de modder komen we terug op de parkeerplaats. Jeroen sluit zijn excursie af en daarna vraag ik de studenten wat hen het meest is bijgebleven van vandaag. Waarop één van hen antwoord: “Mij is de filosofie van het beheer vooral bijgebleven, dat zien jullie totaal anders dan de mensen op andere plekken waar we zijn geweest”. Een andere student geeft aan dat vooral het enthousiasme van Bart en Jeroen indruk op hem heeft gemaakt. Terwijl de studenten langzaam afdruipen de busjes in terug naar Velp, komt nog één student dag zeggen tegen Jeroen: “Ik vond het echt heel vet vandaag, echt goud dit allemaal”. Het enthousiasme in zijn ogen spreekt boekdelen. Als dat geen mooie woorden zijn om de dag mee af te sluiten… 

Samenwerken met mbo, hbo en wo opleidingen 

Uit deze excursie blijkt weer waarom ARK zich inzet voor het betrekken van studenten van het mbo, hbo en wo. Dit doet ARK aan de hand van veldlessen, excursies en gastcolleges. Met 35 jaar ervaring in het veld weet ARK studenten een hoopvol toekomst- en handelingsperspectief te bieden en dat is nu belangrijker dan ooit. Daarom denken we met plezier mee over het duurzaam inbedden van rewilding in het opleidingsprogramma. Om de kracht van rewilding in de praktijk te laten zien. Wil jij samen met ons bouwen aan meer wilde natuur? Lees dan verder op onze pagina over ‘Rewilding in het mbo, hbo en wo’ of neem contact op met Elma Duijndam.   

Image
Excursie Millingerwaard Yuverta december 2024