Zeldzame wespendief vindt het goed toeven in het bos

02-12-2024
Het was ‘volle bak’ in het Raadhuis in Udenhout op 26 november jl. Zo’n tachtig vogelliefhebbers uit Nederland en België waren erbij toen het boek ‘Wespendieven van Het Groene Woud en het Kempen~Broek 2013-2016’ er werd gepresenteerd.

Het onderzoek naar de wespendief is tussen 2013 en 2016 uitgevoerd door Jan van Diermen, Willem van Manen en Stef van Rijn en werd mede mogelijk gemaakt door ARK Rewilding Nederland en de Vogelwerkgroep Midden-Brabant. Dat Frans van Erve het eerste exemplaar kreeg, heeft volgens Nico Hilgers te maken met Frans’ publicatie in 1967: de Avifauna van Noord-Brabant. “Dat was het knappe resultaat van de fietstochten die Frans door de hele provincie ondernam om de vogelstand in kaart te brengen", lichtte Nico toe. “Het is een eer het eerste exemplaar over de wespendief aan hem te overhandigen.”

In stilte verdwenen tussen de bomen

Die eer was geheel wederzijds, bleek uit Frans’ dankwoord. Hij nam de gelegenheid te baat om kort terug te blikken op de jaren zestig van de vorige eeuw, toen hij zijn Avifauna van Noord-Brabant schreef. “Ik weet nog dat er destijds nauwelijks actuele broedgevallen waren van de wespendief, met uitzondering van Het Groene Woud. Ik ben toen door die regio gaan struinen, op zoek naar broedende exemplaren. Ik had geen aanwijzingen, geen moderne traceermiddelen. Ik zocht ‘gewoon’ vanaf de grond. Dat viel nog niet mee; wespendieven slaan geen alarm als je in de buurt bent. Ze verdwijnen doorgaans geruisloos tussen de bomen.” Dat er nu een studie voorhanden is waarin gezenderde wespendieven hun gedrag en gewoonten prijsgeven, vindt hij fantastisch. 

Image
Presentatie boek wespendief

Twee onderzoeksgebieden

Het onderzoek dat tussen 2013 en 2016 plaatsvond, concentreerde zich in twee gebieden: Het Groene Woud in Noord-Brabant en het Kempen~Broek op de grens van Noord-Brabant, Limburg en Vlaanderen. Samen met vrijwilligers uit Nederland en Vlaanderen brachten de onderzoekers in kaart op welke manier wespendieven hier hun leefruimte gebruiken, waar en wanneer ze foerageren en welke prooien ze zich goed laten smaken. 

Trend: wespendieven hebben het al jaren moeilijk

“Eigenlijk is de wespendief een Afrikaanse vogel”, vertelde onderzoeker/auteur Stef van Rijn tijdens de boekpresentatie. “Hij komt maar een paar maanden per jaar naar Nederland om te broeden.” Sinds de vogel begin jaren zeventig de aandacht van vogelonderzoekers trok, is de ontwikkeling van de populatie tot op de dag van vandaag bijgehouden. “Die brengt een aantal trends aan het licht”, aldus Stef. “Zo zien we dat het aantal paartjes in de loop der tijd in veel gebieden stevig afnam en dat de conditie van de jongen terugliep. Ze zijn steeds magerder geworden.” Oorzaak: gebrek aan het juiste voedsel. “De insectenstand – om precies te zijn: het aantal wespennesten – liep in veel gebieden terug. En nog steeds zijn het moeilijke wespenjaren.” In het kielzog van de afname van het aantal insecten is ook het aantal zanglijsters en houtduiven stevig tanende. De nestjongen van deze soorten staan eveneens hoog op de menulijst van wespendieven. “Aan de cijfers zien we dat dit duidelijke gevolgen heeft voor wespendieven en andere dieren die hiervan afhankelijk zijn.”

De waarde van een divers bos

Temidden van deze trends bleken twee gebieden een uitzondering: Het Groene Woud en het Kempen~Broek. ARK-programmaleider Ger van den Oetelaar, zelf sinds zijn jeugd een groot liefhebber van roofvogels en in het bijzonder de wespendief, besloot rond 2010 samen met ecoloog Arno Braam een balletje tot onderzoek op te gooien. “Want waarom doen deze bijzondere vogels het in deze gebieden goed en op andere plaatsen niet?” Volgens Stef en zijn onderzoekscollega’s heeft dat allemaal te maken met de aanwezigheid van bos. “Ons onderzoek laat zien: hoe meer bos, hoe meer paartjes, zeker als het gaat om natte bossen op leem- en zandgronden”, vatte hij samen. “En: hoe diverser het bos, hoe beter. Want daar vinden wespendieven wat ze in het broedseizoen nodig hebben: genoeg wespenlarven en jonge vogels, maar bijvoorbeeld ook kikkers en broed van hommels.” 

GPS-trackers en vrijwilligers

Het boek over de wespendieven van Het Groene Woud en het Kempen~Broek bevat alle details over hoe wespendieven beide gebieden benutten en waar en wanneer ze naar hun voedsel zoeken. Bij hun onderzoek maakten de onderzoekers onder meer gebruik van GPS-trackers en wildcamera’s. Onmisbaar was de inzet van talrijke vrijwilligers uit Brabant, Limburg en Vlaanderen die drie jaar lang meehielpen met het zenderen van de vogels en het verzamelen van alle data. Stef: “Al die gegevens vormen een belangrijke en wetenschappelijke basis voor een gedegen bescherming van de wespendief omdat we nu weten wat ze nodig hebben in het broedseizoen.” 

Gronden omzetten in natuur

Ger is blij met de bevindingen. “Als ARK Rewilding Nederland vormen we al vele jaren landbouwgrond om tot natuur. Doel is om de bestaande natuurgebieden in het Kempen~Broek en Het Groene Woud uit te breiden. Dit moet ertoe leiden dat deze gebieden op eigen kracht de toekomst tegemoet gaan en een leefgebied worden van soorten die nu nog zeldzaam zijn. De resultaten uit dit wespendiefonderzoek bieden ons aanknopingspunten om de leefomstandigheden van deze bijzondere roofvogel verder te verbeteren in de Brabantse en Limburgse bossen.” 

Boek bestellen

Het boek ‘Wespendieven in Het Groene Woud en het Kempen~Broek. Onderzoek naar de Pernis apivorus in Brabant en Limburg 2013-2016’ is nu online te bestellen via de website van uitgeverij Pictures Publishers. Prijs: € 24,95.