Op haar OV-fiets komt Esther Blom aangereden bij de Nijmeegse Stadswaard. Het natuurgebied ligt pal aan het stadscentrum. Zodra je het Waalbruggetje over gaat, ben je in een oase van riviernatuur. Een ijsvogel vliegt laag over het water. Een torenvalk hangt biddend in de lucht. Het door bevers aangevreten hout ligt op het strand. Vegetatie krijgt haar ruimte. Evenals de struinende mens.
Vooruitgang
“Ik kom hier graag”, aldus Esther. “Dit gebied laat precies zien hóe een landschap in slechts korte tijd wilder kan worden. Zodra je natuur gewoon natuur laat zijn, krijgt je er direct zoveel voor terug. Zelfs, of misschien juist, zó dicht bij de stad gelegen.”
Sinds oktober 2023 is Esther directeur-bestuurder van ARK. Een rol die haar op het lijf geschreven is. "Het geeft een enorme energy boost”, zegt ze daarover.
“Bij rewilding ligt de blik op de toekomst: op vooruitkijken in plaats van terug. Je bent je continu bewust van wat er wél mogelijk is aan extra natuur en extra wildheid. In deze tijd, waarin de focus ook vaak ligt op wat al verloren is gegaan, is dat hoopgevend en motiverend.”
Méér verbonden natuur
Hoe ziet Nederland er wat Esther betreft uit over 35 jaar? “Politici hebben goed naar de burgers geluisterd - mensen vinden natuur heel belangrijk - dus hebben we samen hard gewerkt aan fors méér hectares natuur, méér onderlinge verbondenheid”, zegt ze direct. “Natuurlijke processen hebben oppervlakte nodig om optimaal te functioneren. Dan kan de waterstand omhoog en komt er migratie tussen verschillende landschapstypen. Als beheerder hoef je minder te tuinieren.
Allereerst mogen natuurgebieden, op land en in zee, groter worden. Laten we voor 2030 de wereldwijde doelstelling van dertig procent aanhouden en dan doorgaan naar vijftig procent in 2060. En dan een goede representatie van de soorten landschappen die Nederland rijk is. Dus riviernatuur, kommoerassen, hoogveen, zandgronden... allen goed vertegenwoordigd. Voldoende bereikbare natuur om de stad, voor de leefbaarheid. ”
“Verbindingen zijn ook cruciaal. En het liefst zie ik deze nationale grenzen overstijgen, zowel op zee als op land. Hoe mooi zou het zijn als we grote gebieden in Europa kunnen koppelen en daarmee een veel wilder en robuuster continent krijgen? Concreet betekent dat dat we voldoende verbinding van zuid naar noord moeten leggen – op zijn minst stroken van vijftig tot honderd meter breed als wegen om soorten te kunnen laten migreren in het tempo van klimaatverandering. En van oost naar west om zo soorten welkom te heten die vanuit die kant ons land binnenkomen.”
"Tegelijkertijd zie ik ons kleinere gebieden ontwikkelen in grote steden, zoals we nu doen bij Eiland van Brienenoord in Rotterdam. Projecten als deze bieden veel voor mensen uit de stad. Avontuur. Ontspanning. Verkoeling. Je kan ermee concreet laten zien wat je doet, stap voor stap, en verhalen vertellen over herstel van het systeem. Ook aan kinderen en jongeren die later misschien bestuurders of beheerders van gebieden zijn."
Denken over natuur
“Om tot meer verbonden natuur te komen, richten wij ons doelbewust níet op het combineren van landbouw en natuur. Hierin onderscheiden wij ons van veel andere natuurclubs. Zelfs in het geval van duurzame landbouw zijn er namelijk veel aanpassingen nodig, zoals het verlagen van de waterstand. Wij willen niet langer dat natuur het onderspit delft. Maak natuur prioriteit."
Een groot deel van Nederland is nu ingericht als landbouwgrond, namelijk 55%. De bijdrage daarvan aan onze economie is klein, maar 1.5%. In de nabije toekomst zou je hier andere keuzes in kunnen maken. Bijvoorbeeld door te kiezen voor landbouwvormen die hoogproductief zijn en weinig oppervlakte nodig hebben. Dan wel zo schoon mogelijk natuurlijk. En door te kiezen voor het kweken van voedsel voor mensen in plaats van voedsel voor vee zoals mais. Dat is heel veel efficiënter en zo kunnen we veel grond vrijspelen. Duurzame, kleinschalige landbouw kan natuurlijk wel een heel goede buur zijn van die nieuwe natuur”.
“Naast de fysieke grenzen, mogen dus ook de grenzen in ons denken verlegd worden”, voegt Esther toe. “We mogen wildheid nog meer gaan accepteren. Het betekent dat we ons soms moeten aanpassen aan wilde dieren. Dus ons vee goed beschermen tegen de wolf in plaats van de wolf uit Nederland te weren. Of een hek om onze gewassen plaatsen in plaats van een hek om de natuur. Herten en zwijnen kunnen dan de ruimte krijgen.”
Een shift in ons denken over natuurlijke processen kán, denkt zij. “Dertig jaar geleden was dood hout laten liggen in gebieden ook nog nieuw en grensverleggend. Nu is het bijna mainstream geworden. De voordelen voor insecten, vogels en andere soorten zijn algemeen geaccepteerd onder terreinbeheerders. Nu nog hogere dichtheden en ook het laten liggen van dode dieren vanzelfsprekend maken.”
Uitdagingen
Natuurlijk zijn er onderweg ook uitdagingen. Neem de huidige concurrentie om grond.
“In Nederland kampen we met grondhonger. Elke meter die vrijkomt heeft mogelijkerwijs tien bestemmingen. We hebben te maken met een woningbouwopgave, de extensivering maar ook schaalvergroting van landbouw én met recreatie. Natuurdoeleinden moeten daarmee concurreren.”
Tóch lukte het ARK ook dit jaar weer om flink wat hectares in het Groene Woud en Zuid-Limburg op te kopen en tot natuurgrond te maken. “Wij worden soms benaderd door de grondeigenaren zelf”, vertelt Esther. “Onder deze percelen zaten zogenoemde sleutelhectares die cruciaal zijn voor de verbinding tussen gebieden. Gemiddeld komen we op ongeveer honderd hectare per jaar.”
“Het huidige politieke klimaat, waarin natuur niet altijd prioriteit heeft, leidt tot best pittige gesprekken. Je kan je uit het veld laten slaan door tegengestelde belangen of manieren zoeken om tot elkaar te komen. Als ARK weten we waar we voor staan en houden we onze rug recht. Tegelijkertijd proberen we de connectie met de ander op te zoeken en te behouden. Neem lokale bestuurders: de gedeelde liefde voor een gebied kan als startpunt voor samenwerking gelden. Ondanks verschillen in mening.”
Nature based solutions
“Natuur krijgt wel eens het verwijt een linkse hobby te zijn”, benadrukt Esther. “Maar natuur is niet links of rechts. Iederéén heeft baat bij een gezonde leefomgeving en robuuste ecosystemen.”
Het zijn dan ook nature based solutions waar ARK zich sinds haar oprichting hard voor maakt. Oftewel: natuurontwikkeling zo inzetten dat tegelijk ook andere maatschappelijke opgaven opgelost worden. “Zo heeft natuur onder meer een reële impact op gezondheid en waterveiligheid”, noemt Esther. De samenhang tussen natuur en maatschappelijke opgaves willen wij nog verder borgen. “Schoon drinkwater, ruimte voor recreatie en bescherming tegen hoog water: natuur is geen moetje maar een manier om Nederland een prettiger land te maken.”
"In het consortium NL2120 onderzoeken en onderbouwen we nature based solutions samen met overheden, bedrijven en universiteiten. Hopelijk vergemakkelijkt dit de toepassing van deze inzichten in overheidsmaatregelen. Zodat je het ook echt terug gaat zien in het landschap.”
Niet alleen
“We kunnen het niet alleen”, stelt Esther. “Daarom bouwen we een netwerk met anderen die willen rewilden op grond die ze zelf hebben of beheren en maken we onze kennis daarvoor toegankelijk. Wat levert minder intensief beheren op, welke financiële drijfveren kan je inzetten? We laten zien wat werkt en wat natuur kan doen. Onze projecten zijn daarvan het levende bewijs. Neem de Stadswaard waar we nu lopen: dankzij Ruimte voor de Rivier floreert de natuur hier nu."
"Als ik hier struin, kan ik genieten van wat er is. De rivier stroomt vrijuit, er is ruimte. Ik voel dat onze taak er hier voor een groot gedeelte op zit en we onze energie kunnen richten op andere projecten, het herstel van de natuur hier binnendijks bijvoorbeeld, waar mogelijkheden bestaan om kommoerassen te herstellen."
Loslaten is namelijk óók onderdeel van pionieren. Dat andere partijen onze ideeën oppikken en natuurlijke processen erkenning krijgen. Ik hoop dat we hierin de aankomende 35 jaar samen nog grote sprongen gaan maken.”
Dit artikel ter gelegenheid van ARK35 werd geschreven door Anne Veens. We vroegen verschillende journalisten om met een frisse blik te schrijven over het werk van ARK. De andere artikelen uit deze jubileumreeks zijn hier te lezen.
_________________________________________________________
Esther Blom
Als tiener stond het voor Esther al als paal boven water dat ze biologe wilde worden. “Er is nooit de vraag geweest of ik toch iets anders wilde doen: die opleiding voelde voor mij als thuiskomen.”
Ze focust zich tijdens haar studie op de interacties tussen planten en dieren, zoals bij begrazing, migratie en zaadverspreiding door vogels. Deze kennis zet ze in eerste instantie met name in op internationaal niveau.
Zo werkte ze op de savannes van Zimbabwe, waar ze zich richtte op overbegrazing op gemeenschapsgrond en het regenereren ervan. En in Tibet en Nepal, waar ze op 4300 meter hoogte woonde en de nóg hoger gelegen wetlands onderzocht.
Doelbewust zette ze zich steevast in voor stichtingen en goede doelen. “Bij organisaties zonder winstoogmerk voel ik me het meest op mijn plek. Daar is de meeste ruimte voor natuur.”
Uiteindelijk leidt het tot haar werk bij Wereld Natuur Fonds, waar ze hoofd Zoetwaterprogramma is. Zo’n vijftien jaar geleden komt ze in aanraking met ARK. “We werkten samen aan de steur, de otter en rivierverruiming. Prachtige thema’s.”
Bij Droomfondsproject Haringvliet – waar beide organisaties bij betrokken zijn - kreeg Esther naar eigen zeggen de smaak van Nederlandse natuur echt te pakken. “Ik voelde aan dat ik hier, in eigen land, écht van betekenis kon zijn.”
“Daar waar ARK de praktische uitvoerder is, is WWF meer de communicatie-partij die op grote schaal lobbyt. Acht jaar geleden sloot ik me aan bij ARK.”
Inmiddels is Esther sinds oktober 2023 directeur-bestuurder van ARK Rewilding Nederland.