"Ik ben uitgenodigd om mee te doen met Stem van de Plek. Ik ben nieuwsgierig naar de aanpak die Ester Heiman - toegepast antropoloog, Sietske Klooster - belichaamd systemisch ontwerp, en Elise van Winden - fysisch geograaf, willen verkennen. De onderliggende vraag is hoe Stem van de Plek deel van een gebiedsproces kan worden? En kan Stem van de Plek een kompas zijn voor Kleverbergh om te wortelen op de plek? In de Gelderse Poort en de daar aanwezige gebiedsprocessen?
Kleverbergh biedt kansen om natuurinclusieve landbouw met natuur te verweven. Hoe kan die grens hier zachter worden dan de harde lijn op kaart? Kan er een ander soort grens ontstaan die voor alle stemmen meer oplevert? Dit is voor mij als ARK'er, als echte verwilderaar, grensverleggend en interessant. Het zou op deze locatie mogelijk echt verrijkend kunnen zijn.

Op dinsdag 1 april gingen we samen op reis, op verkenning met Ester, Sietske en Elise als reisbegeleiders. We onderzochten samen een ervaringsgerichte benadering - door met elkaar fysiek het landschap te verkennen, rond te dwalen, vanuit ieders perspectief en deze perspectieven samen te brengen. Er was een zandtafel met daarop de contouren van het perceel, daarop konden we tekenen, zand verschuiven/uitgraven/ophogen, gekleurde draden gebruiken voor lijnen en verbindingen en er werden ook voorwerpen, takjes en planten gebruikt om dingen uit te beelden.
We probeerden te ontdekken hoe dit bij kan dragen aan nieuw denken en doen vanuit de plek, het landschap en het meerstemmig ervaren. Behalve stemmen van Kleverbergh en ARK, waren er ook representanten van andere stemmen die op of rond het perceel bewegen. Wandelaars, buren, het water, de bodem, het riet en vogels, zoals de roerdomp 'spraken mee'. Zelf mocht ik de stem zijn voor het water op de Kleverbergh. In woorden en beelden gaf het water me dit mee:
De grootste rivier van West-Europa, die Nederland gevormd heeft stroomt hier pal langs, ik hoor de schepen voortdurend varen, vlakbij. Als grondwater ben ik hier dus natuurlijk overal ondergronds aanwezig, maar in dit "overgangs terrein" tussen tuinbouw en bewoning van mensen naar wildere natte natuur heb ik eigenlijk geen plek naar mijn aard. Het veld is wijds, er zijn geen bomen of struiken, het oogt wat ruig, bobbelig en droog. Het lijkt op een bak omdat er rondom dijkjes zijn, aan een kant een dun rietkraagje, zou daar misschien....er zijn daar ook diverse vogels en jawel, een watergoot met steile oevers, strak als een lineaal! Maar ik ben graag dynamisch, in beweging, ik neem moeiteloos alle vormen aan omdat ikzelf geen vorm heb, maar als ik groots ben heb ik ook vormkracht, door stroming en werveling kan ik vormen en veranderen en verrassen, dat doe ik graag! Een alliantie met de bodem lijkt mij hier echt geweldig, dan krijg ik poelen om moeras te vormen en het terrein krijgt meer vocht en ook reliëf, door de bulten uitgegraven grond?!

Dan mijn relatie tot mensen, bewoners, bezoekers, wandelaars, buren: Mijn flexibele en soms tegenstrijdige karakter maakt dat ik mensen op bizarre wijze in mijn greep weet te houden, van vrees tot verrukking! Wandelaars weet ik te blokkeren in hun vrijheid, zonder brug of boot zijn ze nergens. Maar wat vinden ze het ook juist fijn aan de waterkant, ruimte, licht, rust....
Voor boeren ben ik in het voorjaar altijd teveel en word ik in de zomer van node gemist, ze gaan heel tegenstrijdig met mij om, dat ligt eigenlijk helemaal niet aan mijzelf... graag zou ik hier jaarrond in het ritme van de seizoenen vollop zijn, vrijmoedig naar mijn aard, samen met de mensen, in een levendige structuur mogen bestaan, als routebepaler, als levensbrenger, als overgang van drukte naar rust.
Ik begrijp niet goed waarom ik hier zo weinig ruimte vind om te zijn naar mijn aard. Zelfs de stromingsrichting van het water lijkt hier vreemd. Van oudsher was het hier veel wateriger en dynamischer. Welk avontuur wordt er hierdoor gemist, welke kansen blijven liggen? In een van oorsprong door water gevormd land, waar de biodiversiteit graag een impuls ontvangt en waar zelfs mensen zijn die dit idee omarmen? Kleverberg is een groeiplaats voor iets hoopvols, omdat hier mensen en natuur verweven willen zijn!
Bij zo'n experimele verkenning past niet meer dan een voorzichtige conclusie. Zou ik zo'n meerstemmig gebiedsgesprek aanbevelen aan onze projectleiders? Misschien is het een aanvulling op het vinden van de 'genius of the place' zoals we dat bij ARK noemen - en daar werken we al jaren mee bij de inrichting van onze gebieden. Stem geven aan de niet-mensen opent voor een andere manier van beleven, het is helend, het is goed, het brengt schoonheid. En het is liefdevol."