“Afgelopen zondag was het prachtig op de Slikken van Voorne”, vertelt Francesc Montserrat van het ARK Noordzeeteam. “Behalve honderden vogels vond ik iets dichter op het slib turend ook duizenden vervellingen van kleine slijkgarnaaltjes.”

De slijkgarnaaltjes – Corophium volutator in het Latijn leven in u-vormige buisjes in het slib. Ze begrazen met zijn allen de bruinkleurige vlekken op het sediment, die bestaan uit kiezelwieren, diatomeeën. Omdat de dagen lengen groeien de diatomeeën hard – ze zetten zonlicht om in biomassa. De slijkgarnalen vreten zich vol, en groeien totdat ze niet meer in hun harde chitine-vel passen: ze moeten vervellen.

“Prachtig om dit op de vierkante meter aan je voeten te zien! Even verderop zag ik de pootafdrukken van wadvogels, die systematisch het sediment hebben afgezocht met hun snavel… je ziet een keurig rijtje gaatjes. Waarschijnlijk waren ze op zoek naar volgevreten slijkgarnalen!”
Deze waarnemingen laten zien dat natuurlijke processen razendsnel op gang kunnen komen als ze de ruimte krijgen. De Slikken van Voorne zijn een intergetijdegebied op een half uur ten westen van Rotterdam, recent ontstaan in de oksel van de Maasvlakte.


(Foto's Francesc Montserrat)