Het is het derde jaar op rij dat de organisaties op dezelfde plek oesters uitzetten. Ernst Schrijver, projectleider rifherstel bij ARK: “We hebben nu een omvangrijke, nieuwe bronpopulatie van verschillende generaties geïntroduceerd in de Voordelta. Door ze een paar jaar veilig en beschut op hun plaats te houden, geven we ze een kans om uit te groeien tot een rif.”
Levende riffen: de motoren van herstel
Waar de Noordzee honderd jaar geleden nog wemelde van schelpdierriffen - naar schatting een kwart van de zeebodem was ermee bedekt - zijn ze inmiddels bijna helemaal verdwenen. De Europese platte oester – een belangrijke rifbouwer en ooit overvloedig in de Noordzee – is er extreem zeldzaam geworden. Alleen in de Voordelta ligt voor zover bekend nog het enige rif in de Nederlandse Noordzee. En dat terwijl riffen essentieel zijn voor een gezonde zee. Ze bieden beschutting en voedsel aan talloze soorten, zorgen voor helder water en leggen de basis voor een rijk ecosysteem. “Bijna iedere diersoort in de Noordzee heeft ergens in zijn leven een rif nodig, of wordt erdoor geholpen” aldus Schrijver.

Helpen met Schelpen
Bijzonder is dat dit jaar voor het eerst alle oesterschelpen die als broedsubstraat zijn gebruikt, afkomstig zijn van het project Helpen met Schelpen. Leeggegeten oesterschelpen uit restaurants en van de groothandel zijn ingezameld, opnieuw begroeid met jonge oesters en uitgezet in de Noordzee. Oude schelpen die nieuwe riffen mogelijk maken dus.
Evolutie van de oesterkorf
Ook de uitzettechniek ontwikkelt zich verder. De speciaal ontworpen oesterkorven zijn dit jaar voor het eerst deels uitgerust met natuurlijke manilla-touwen in plaats van metalen kettingen. Deze innovatie maakt de korven in nog grotere mate biologisch afbreekbaar. “Ze breken langzaam af, precies zoals bedoeld. Zo kunnen de oesters groeien, zich voortplanten en schelp op schelp bouwen aan een rif,” vertelt Schrijver.

Laatste jaar samenwerking ARK en Ørsted
Deze uitzetactie is de laatste in de driejarige samenwerking tussen ARK en Ørsted. De organisaties hebben in de afgelopen jaren miljoenen oesters uitgezet op twee plekken in de Noordzee, dicht bij de kust en ver op zee. Ze vonden elkaar in de ambitie om bij te dragen aan een rijkere en natuurlijkere Noordzee.
Aan het eind van de zomer wordt weer gekeken hoe het met de oesters en het ontwikkelende rif gaat. “De basis ligt er,” zegt Schrijver. “Het rif kan uitgroeien tot een levendig ecosysteem van honderden vierkante meters groot – maar daarvoor is tijd, ruimte en rust nodig. Het kan een enorme bron van oesterlarven worden, die weer op natuurlijke wijze nieuwe riffen kunnen gaan ontwikkelen. Om te zien of het lukt, zullen we in de komende jaren moeten blijven terugkomen.”