Rietaanleg is een hele kunst

23-06-2025
In de Ooijse Graaf werken K3-Delta, Staatsbosbeheer en ARK samen aan nieuw rietmoeras: een thuis voor talloze vogels, amfibieën en insecten. Maar rietmoeras aanleggen is nog niet zo eenvoudig. Hoe doe je dat?

Riet is een taaie soort – dus aanleg van rietmoeras klinkt als een makkie. Maar dat is het niet, weet Theo Wijers, projectleider rivierengebied bij Staatsbosbeheer. Hij is gepokt en gemazeld in het vak van rietaanleg in gebieden langs de grote rivieren. Wijers wil wel in het veld laten zien wat daarbij komt kijken, dus parkeert hij de auto nabij een rietmoeras in de Ooijpolder. 

Riet wil nat en een tijdlang droog

“Riet is sterk, dat klopt,” zegt hij wijzend naar metershoge, wuivende rietkragen langs het pad. “Eenmaal op gang, gáát het maar door. Maar het luistert heel nauw om het weer op gang te krijgen.” Want riet is kieskeurig als het gaat om het waterpeil: het wil nat staan, maar ook geregeld droogvallen. Hij had er tien jaar terug bij de aanleg van rietmoeras in Erfkamerlingschap, een gebied vergelijkbaar met de Ooijse Graaf, wel slapeloze nachten van, bekent hij. Zou het echt lukken nieuw rietmoeras aan te leggen in het huidige rivierensysteem?
“Kon je zelf aan de kraan draaien, dan regelde je het waterpeil zodat riet kan groeien. Maar in Nederland hebben we overal een vast peilbesluit, hier in het rivierengebied een streefpeilbesluit.”  

Image
Uitsluipende smaragdlibel
Deze smaragdlibel heeft jaren als larve in het water geleefd en is nu net 'uitgeslopen'. De libelle begint zijn korte leven als 'imago' met opdrogen op een rietstengel. Na de bedijking van de grote rivieren verdween het natuurlijke rietland dat voor veel soorten van levensbelang is.

De natuurlijke standplaats van moerasriet zijn afgesloten rivierarmen en de uiterwaarden, zegt Wijers. Het rietmoeras in de Gelderse Poort ontstond ooit langs de Rijn die vrij meanderde tussen de stuwwallen van Nijmegen en Montferland. Op plekken verder van het stroombed, waar het spel van water en land niet té dynamisch was en de grond regelmatig droogviel, kon riet goed gedijen. Voor uitbreiding van het rietmoeras is de Ooijse Graaf daarom een goeie plek. Hier lag van nature een kom-moeras, in de verlande bochten van de rivier. Door de bedijking is er een lage dynamiek zoals dat heet: de waterstand in de Ooijse Graaf beweegt minder mee met de rivier.

Laag-dynamisch gebied geeft beste kansen

“Die lage dynamiek heb je nodig voor rietmoeras,” legt Theo Wijers uit. “Dat zijn de natuurlijke omstandigheden. Als je riet wilt krijgen telt het juiste waterpeil: delen van het jaar hoger water en een deel droogval, want riet kiemt niet in water. Droge tijden zijn ook belangrijk om te zorgen dat alle rietstengels die afsterven verteren , zodat jong riet weer kan opkomen.” 

Image
Theo Wijers in het riet
“Het gaat steeds om rietmoeras, hè,” zegt Theo Wijers met de nadruk op 'moeras'. “Niet alleen maar om de rietplant, maar om alles: de rietkragen, het open water daartussen en andere vegetatie, zoals zachthoutooijbos - waar de blauwborst en buidelmees op afkomen. Het geheel maakt het zo ecologisch bijzonder waardevol.” 

De juiste omstandigheden creëren is een uitdaging , want de rivier morrelt steeds meer aan de omstandigheden in de uiterwaarden. 
“De stand van de rivier in de Gelderse Poort fluctueert enorm: bij Millingen is dat bijna tien meter! Als het regent in de stroomopwaarts gelegen steden zoals Keulen, met alle steen en verharding, is het water zo hier. Met grote snelheid en kracht. Eerder kwam het met veel meer vertraging.” 
De rivier snijdt zich zo steeds dieper in – het rivierbed komt lager te liggen. In droge tijden trekt dat veel water weg uit de uiterwaarden. Wilgen kunnen dan harder groeien en het riet overnemen en dan verdwijnt het langzaamaan, zegt Wijers. 
”Vorig jaar was het juist weer enorm nat, en viel de grond te weinig droog voor nieuwe rietgroei.” Het komt precies, wil hij maar zeggen. 

Omvallen, stekken, planten 

Als de omstandigheden er zijn, hoe zorg je dan dat het riet zich weer vestigt of zich snel uitbreidt? Dat is ook een uitdaging, weet Wijers. En daarvoor is het goed om te weten dat riet zich op verschillende manieren vermeerdert.” Hij pakt een rietstengel en buigt die naar de grond om de eerste te demonstreren: “Omvallende rietstengels schieten verderop wortel en zo komt het riet wel 10 tot 15 meter verderop terecht. Ze krijgen zuurstof van hun mede-stengels die overeind staan. Riet verspreidt ook zaad. Maar dat valt in het water, en kan ter plaatste niet ontkiemen. Het kan ook worden gestekt en ingeplant. Dat gaat in de Ooijse graaf gebeuren.
“Planten was eerder een tijdrovende bezigheid. Hij houdt een kort rietstengeltje in de lucht: “Toen we 10 hectare hiermee gingen aanplanten, zakte de moed je al na de eerste halve hectare in de schoenen. Daarom bedachten we een methode om riet in emmers op te kweken en die werkt goed. Eén pol op twintig vierkante meter, dus vijfhonderd per hectare, is genoeg. Het riet breidt zichzelf dan uit: eerst in de breedte, dan in de hoogte.” 

Image
Grauwe gans bij een rietkraag
Als het riet eenmaal is geplant op de plek met de juiste waterpeilen, ligt er een derde gevaar op de loer: soorten die het jonge riet graag eten. Een paar ‘boosdoeners’ waggelen verderop langs door het ruige gras, twee grauwe ganzen. “Ganzen, maar ook zwanen en meerkoeten zijn gek op de zoete wortels en net uitlopende stengels. Ook grote grazers lusten graag jong riet. Dus het is noodzakelijk om tijdelijk linten te spannen over het gebied en rasters te plaatsen, deze faunabescherming is nodig wil riet de kans krijgen.” Om riet vervolgens ook op termijn te behouden is het nodig om over dertig, veertig jaar het terrein weer af te graven en het riet dan opnieuw te laten groeien. “Zulk lang-cyclisch beheer is nu nodig, tot de rivier weer een natuurlijker regime heeft” 

Hier doen we het voor

“Het gaat steeds om rietmoeras, hè,” zegt Wijers op weg terug naar de auto. Hij legt de nadruk op 'moeras'. “Niet alleen maar om de rietplant, maar om alles: de rietkragen, het open water daartussen en andere vegetatie, zoals zachthoutooijbos - waar de blauwborst en buidelmees op afkomen. Het geheel maakt het zo ecologisch bijzonder waardevol.”
Hij kreeg eind mei het bericht dat in het tien jaar oude rietmoerasgebied van Erfkamerlingschap de grote karekiet, en de woudaap alweer gezien waren. Dat maakte hem een gelukkig mens, zegt hij.  “Hier doen we het voor! Voor alle rietlandsoorten die terug kunnen komen.” 
Hij tovert de statistieken tevoorschijn op zijn telefoon: vorig jaar zaten er twee broedparen van de woudaap, zes van de grote karekiet en vijf van de roerdomp. “Prachtig. Het laat zien dat de soorten het rietmoeras al snel weten te vinden. Dat gaat in de Ooijse Graaf ook gebeuren. Misschien strijkt er ook weer een bruine kiekendief neer, ook die hoort hier thuis!”
 

Woensdag 2 juli zullen Theo Wijers en Gijs Kurstjens (projectleider namers ARK) de plannen van SBB en ARK toelichten op een bijeenkomst op de Kleverbergh. Die plannen betreffen een nog te ontwikkelen stuk in het noordelijk deel van de Ooijse Graaf. K3-Delta begint in augustus '25 met aanplant in de plassen die eerder dit jaar zijn gegraven in het zuidelijke stuk. De informatieavond is gratis toegankelijk, wel even aanmelden vooraf!

Contactpersoon

Partners