Legakkers, zo heten de smalle eilanden in de Vinkeveense Plassen. “Dit is een veenwinningsgebied,” vertelt Joanne. “Vroeger werd hier veen gestoken, daardoor zijn er langgerekte landtongen ontstaan. Op die legakkers werd het veen te drogen gelegd. Veel landtongen zijn doorbroken en zo zijn de eilandjes ontstaan.” Jaren geleden kochten Joanne en haar man Jaap op een veiling zeven legakkers naast het Natura2000-gebied Botshol om de natuur op die plek te versterken. “We wilden een bufferzone behouden tussen de recreatie van de Vinkeveense Plassen en de kwetsbare natuur van Botshol.”
Golfbreker voor kwetsbare oevers
Het plan was simpel: boots de natuur na door dode bomen en ander dood hout rondom de eilanden in het water te plaatsen. Drijvende balken dienen als golfbreker en beschermen de kwetsbare oevers, en het doet nog veel meer voor de natuur. Esther Blom, directeur van ARK Rewilding, en Jeroen Helmer, natuuronderzoeker en illustrator, zijn nauw betrokken geweest bij het bedenken van het rewilding-plan. In de winter van 2024, ruim anderhalf jaar geleden, werd na jaren eindelijk een vergunning afgegeven en begonnen de werkzaamheden. Met z’n vieren stappen we in de boot van Joanne om een kijkje te nemen.

Schaatsenrijders
“Zie je dat die golven allemaal gebroken worden?” We zijn nog maar net vertrokken als Jeroen opspringt in de boot en wijst naar een legakker waar drijfbalken en dood hout de golfslag tegenhouden. “Dat is echt een mooi contrast,” beaamt Esther enthousiast. De wind en de boot maken golven die tegen de drijfbalken slaan. Erachter is het water glad als een spiegel. We zien een groep schaatsenrijders over het water glijden. Deze kwetsbare waterdieren leven in rustig vaarwater en vinden in de luwte van het hout hun plek.
Dood hout
Er zijn veel meer voordelen van dood hout in het water, legt Jeroen uit: “Dode bomen zijn heel belangrijk, niet alleen onder water waar kleine visjes kunnen schuilen tegen roofvissen, maar ook als aanhechtingsplaats voor allerlei filterende organismen zoals mosdiertjes en sponzen. En boven het water dienen de bomen als rustplaats voor bijvoorbeeld aalscholvers en reigers. Je vindt ook veel insecten in het dode hout die er gangetjes maken en eitjes leggen. Libellen en ijsvogels kunnen er rusten en jachtvluchten uitvoeren vanaf die plek. Allemaal belangrijke functies van het dode hout.”
Natuurlijke oevers
We varen langs andere legakkers die ook beschermd zijn tegen golven, maar dan met hoge kades van hardhout. Hoewel het de afkalving van de oevers tegengaat, en dat is in dit gebied heel belangrijk, is daar voor dieren en planten minder ruimte. “De Vinkeveense Plassen zijn op sommige plekken heel diep, soms wel dieper dan vijftig meter,” zegt Joanne. “De plassen zijn ook gebruikt als winningsgebied voor zand, voor de bouw van de Bijlmer. Dus daarom is er veel watermassa en meer golfslag dan je zou verwachten.” Joanne en Jaap wilden hun legakkers ook beschermen, maar dan anders: geen houten beschoeiing, maar natuurlijke oevers van drijvend dood hout.
Pionieren in de Vinkeveense Plassen
Hoe simpel het plan ook lijkt, toch heeft het heel wat voeten in de aarde gehad om het uit te voeren. Joanne: “We wilden natuurlijk te werk gaan. Geen grote damwanden slaan en stalen platen plaatsen, maar een overgangszone creëren tussen water en land, zodat dieren en planten daar kunnen leven. Maar in de regelgeving bestond niet zoiets als natuurlijke oeverbescherming.” “Iedere pionier heeft daar last van,” lacht Jeroen. Het duurde een aantal jaar voordat ze een vergunning voor het plan kregen en aan de slag konden. “Je moet het ook aan heel veel mensen uitleggen,” gaat Joanne verder. “Dat lukte aardig bij de autoriteiten, maar toevallige voorbijgangers zien alleen maar dat er dode bomen in het water worden gedumpt. Dat was een uitdaging.”

Natuur is de kracht van dit gebied
In de Vinkeense Plassen merkt Joanne dat er een spanning is tussen recreatie en natuur. “Niet iedereen staat te juichen bij meer natuur, anderen vinden het er te rommelig uitzien.” Maar volgens Esther is natuur juist de kracht van dit gebied. “Als je grote natuurlijke zones hebt, waar mensen wel mogen varen en van kunnen genieten, denk ik dat dat deze plek aantrekkelijker en sterker maakt. Er is geen contrast tussen natuur en recreatie.” Als we langs de legakkers varen, zien we grote borden met uitleg over de maatregelen en de voordelen voor de natuur. “Je ziet niet meteen wat hier gebeurt, dus deze uitleg is belangrijk om mensen mee te nemen in het idee,” zegt Esther. “En dan is er meteen meer begrip, want iedereen hier snapt dat afkalvende oevers een probleem zijn.”
Plant- en diersoorten komen terug
Varend langs de legakkers fantaseren we welke soorten terug zouden kunnen komen na deze rewilding-maatregelen. “Otters natuurlijk,” zegt Jeroen. “En allerlei vogels die kunnen broeden tussen de dode takken, zoals futen, kuifeendjes en slobeenden. En misschien wel oevervogels zoals karekieten en zelfs een roerdomp hier en daar als er genoeg riet staat.” Esther vult aan: “Deze natuurlijke oevers zijn natuurlijk goed voor dieren, maar ook voor planten. Ik hoop dat er weer oeverplanten zoals riet gaan groeien, zodat deze de golven ook kunnen dempen. Dat zorgt voor nog meer bescherming.” Volgens Jeroen zijn veel dieren verdwenen uit Nederland, niet omdat er geen voedsel of plek meer was, maar omdat ze afgeschoten werden. “Zoals visarenden en zeearenden.
Die zouden prima op deze legakkers kunnen broeden. Alles is in principe mogelijk, als er maar grote bomen zijn voor deze vogels. Daarom hebben we stevige eilanden nodig.”
Tjiftjaf
“Ik hoor een cetti’s zanger!” zegt Jeroen plotseling als de boot wat langzamer vaart. “Dat was vroeger een zeldzame vogel, maar nu onze winters warmer worden, komt deze vogel hier steeds meer voor.” We zien ook galigaan, een zeldzame grasachtige oeverplant, het harig wilgenroosje en talloze vogels zoals futen, meerkoeten, een blauwe reiger en een paar ooievaars. En terwijl de anderen in de boot in gesprek zijn, hoort Jeroen heel in de verte een tjiftjaf: “Tjiftjaf tjiftjaf, horen jullie ‘m?”. We luisteren. En als we stil zijn, horen we ook het klotsen van het water tegen de boeg en spotten we zelfs een ijsvogel. Dat de natuur alle kans van slagen heeft in dit deel van de Vinkeveense plassen is zelfs anderhalf jaar na de werkzaamheden al zichtbaar en hoorbaar. Misschien zien we over een paar jaar de zeearenden wel terugkomen.
Tekst: Marjolein Bezemer
Foto’s: Esther Blom en Marjolein Bezemer
Lees in het kader hieronder de uitleg van directeur Esther Blom over dit project,

Meer over het project Herlevend Veen in Vinkeveen
Het project ‘Herlevend Veen in Vinkeveen’ heeft als doel om de legakkers in de Vinkeveense Plassen op een natuurlijke manier te beschermen tegen afkalving. De vanuit cultuurhistorie en natuuroogpunt belangrijke legakkers worden door golfslag namelijk steeds kleiner en er geldt een verplichting om de legakkers daartegen te beschermen. Veel legakkereigenaren doen dat door een hardhoutenwand om de akkers aan te leggen.
Kan dat natuurlijker?
Een aantal legakkereigenaren zocht naar een natuurlijkere manier om afkalving tegen te gaan. Een aantal jaar geleden benaderden ze ARK Rewilding om een alternatieve aanpak te ontwikkelen. Jos Rademakers, Jeroen Helmer en Esther Blom van ARK Rewilding startten het project Herlevend Veen in Vinkeveen samen met Bureau Schildwacht.
Wat is de aanpak?
Op een aantal eilanden in de Vinkeveense plassen zijn (hele) bomen rondom of aan de golfzijde geplaatst. Ze liggen geheel of deels in het water. Op deze manier zijn de eilanden minder gevoelig voor afkalving (het inzakken van de oever). Dat komt doordat de golven minder hard tegen de oever slaan. In de luwe zone achter de bomen ontstaan goede omstandigheden voor moeras- en oeverplanten, waardoor de eilanden nog minder gevoelig worden voor afslag. Het is een duurzaam systeem: naar verwachting groeien er na een aantal jaren voldoende planten om de afkalving tegen te gaan. Op termijn zullen het hout, de takken en groeiende en afstervende waterplanten weer veen vormen.
Waarom is dit belangrijk?
Niet alleen is deze natuurlijke aanpak van belang voor de planten en dieren in de Vinkeveense plassen zelf, maar deze natuurlijke zone vormt ook een zachte overgang naar het aangrenzende Natura2000 gebied Botshol. Dit natuurgebied van Natuurmonumenten bestaat uit laagveenmoeras en plassen en herbergt talloze beschermde dier- en plantensoorten zoals de parelduiker, baardmannetje en groot nimfkruid. Stevige bufferzones helpen om Europese topnatuur als deze te beschermen tegen negatieve invloeden van buitenaf, zoals stikstof, lawaai, etc. Ook vormen de legakkers ‘stapstenen’ zodat watervogels en amfibieën de natuur van Botshol beter kunnen bereiken.