Lang leve de apps zoals ‘Obsidentify’ op onze onafscheidelijke telefoons. Iedereen kon meedoen van jong tot oud en van leek tot professional. Goed kijken en fotograferen!
Wat de planten aangaat was weidekervel een botanische topper, een soort die leeft op grazige oeverwallen. Ook vonden we een leuke gal, die een wonderlijk verdikt rood randje laat ontstaan op de bladrand van een wilgenblaadje: Aculus magnirostris, de zogenaamde Schietwilgbladrandmijt - ook fijn voor wie niet zo biologisch gedetailleerd leeft maar graag Scrabble speelt! Het lukte dankzij aanwezige soortenkenner André Geelhoed en de Obsidentify-app bijvoorbeeld ook om de diversiteit van slakken in beeld te krijgen, er werden maar liefst vijf soorten onderscheiden, waaronder de haarslak.
Het eerste begin
Heel vaak nemen we groepen mee in de Millingerwaard. We noemen het al jaren het kroondomein van wilde natuurontwikkeling. Ooit deed ARK hier haar eerste grondaankoop: drie hectares maisakker werden bevrijd van hun landbouwbestemming en onder invloed van begrazing met koniks en de grilligheid van de waterwerking van de rivier omgevormd tot wilde natuur.
Dat we nog wat eerder op de Ewijkse Plaat begonnen is minder bekend. Het was met name een lievelingslocatie van Willem Overmars, een van de oprichters van ARK, onder andere omdat deze plaat nog heel lang min of meer zwervend was in de rivierloop, heel dynamisch dus en rivier-eigen! Soms was de hoofdstroom van de rivier ten zuiden van deze zandplaat, soms ook ten noorden. Inmiddels ligt de Ewijkse plaat definitief bij, en zelfs vast aan de zuidoever.
Naast wilg is ook zwarte populier fladderiep en allerlei struweel opgeschoten op de plaat die in 1989 helemaal tot op het zand was afgegraven. Het zijn boomsoorten die houden van de groeizame uiterwaarden, vruchtbaar door slib en lekker vochtig en die ook prima af en toe met hun voeten in het water kunnen staan. Bos beperkt natuurlijk de afvoer en doorstroming bij hogere rivierwaterstanden en op veel plekken in de uiterwaarden wordt dan ook geregeld gekapt in opdracht van Rijkswaterstaat. Niet hier! Om ooibos mogelijk te maken op de Ewijkse plaat werden over het eiland twee geulen gegraven. Deze verhogen de waterafvoer en compenseren voor de opstuwing die hoge begroeiing met zich meebrengt. De hoge waterstand maakte dat we wadend door de eerste geul naar het volgende deel van de plaat gingen.
Doordat de rivier bij hogere waterafvoer ook steeds zand aanbrengt, is er fraaie oeverwalvorming te zien met weer de bijbehorende flora en fauna. Al met al vonden we in twee uur tijd maar liefst 153 soorten op, waaronder 65 planten, 23 vogels, 13 vliegen en muggen, 8 overige insecten (vlinders o.a.) en 8 wantsen en luizen.
Het was een mooie zondag!
Zelf ook naar het Feest van de wilde natuur?
Bekijk hier de resultaten van de Bioblitz in detail.
Meer over Gelderse Poort en rivieren.
Het werk in de Gelderse Poort wordt mede mogelijke gemaakt door het Interregprogramma De Rijn verbindt.