Diverse samenwerkende organisaties willen 'oervis' de steur graag terug in de Nederlandse wateren. Het uitzetprogramma in de Biesbosch is onderdeel van dit plan. De steur werd in 1952 voor het laatst in Nederland gevangen. In 1953 is hij in Nederland uitgestorven verklaard en werd hij ook zeldzaam in de rest van Europa. Voordat deze vis eventueel teruggebracht kan worden in het Rijnsysteem, is het nodig om te weten hoe dat het beste kan.
Resultaten
Niels Brevé, steurspecialist van Sportvisserij Nederland en onderzoeker aan de Universiteit van Wageningen, werkt sinds 2010 aan dit project. Hij wil weten waar de steurtjes heen zwemmen, of ze de Noordzee bereiken en via welke routes.
Van 31 steurtjes werd na de uitzetting geen enkel signaal meer opgevangen: ze zijn waarschijnlijk opgegeten door roofdieren in het ondiepe water. Daarbij kun je denken aan een meerval, een aalscholver of een meeuw. De andere 43 steurtjes bereikten via de Amer, de Dordtsche Kil en de Oude Maas de Rotterdamse haven. Hier verdwenen nog eens 36 steurtjes, vermoedelijk ook opgegeten. Eten en gegeten worden is een natuurlijk proces dat bij het leven hoort. Een vrouwtje steur produceert daarom honderdduizenden eitjes. Een paar daarvan wordt volwassen.
Tien procent van de uitgezette steurtjes zwom in ieder geval al naar groter water. In de Voordelta werd van zeven steuren een signaal ontvangen. Het is een goed teken dat deze steuren zelfstandig het zoute water van de Noordzee hebben bereikt. Twee van die steurtjes kozen meteen daarna het ruime sop en kwamen buiten het bereik van de ontvangers. Vijf steurtjes bleven langs de kust. Zij zijn in het Slijkgat aan de buitenkant van de Haringvlietdam waargenomen, een gebied met veel nieuwe natuur. Bij het Haringvliet staat de sluis trouwens al een aantal jaren op een kier. Waarom de steurtjes niet meteen deze veilige route hadden genomen is helder: het water stroomde nauwlijks. Steuren houden van een sterke waterstroming en die voerde de steurtjes naar de Noordzee via het havengebied van Rotterdam.
Nieuwe steuren uitzetten
De kleine steurtjes wilden blijkbaar zo lang mogelijk in snelstromend water blijven. Met deze kennis gaat het onderzoeksteam in augustus opnieuw 250 jonge steuren uitzetten vanuit het Interreg project 'De Rijn verbindt'. "We gaan ze loslaten in de Rijn bij de Millingerwaard en in de Waal bij Woudrichem, midden in de volle stroming van de rivier", zegt Brevé.
Toekomst
Omdat de steur pas na vele jaren paait, zal het dus nog een tijdje duren voordat we de uitgezette steuren terugzien. Daarna is het de vraag of ze succesvol kunnen paaien. Voor een echte herintroductie zijn dan ook veel hogere aantallen nodig dan bij deze proefplaatsingen. Dat vergt investeringen in de kweek van steuren, bij voorkeur in de Rijn. Ondertussen moeten we verder werken aan het herstel van het Rijnsysteem en de toegang tot de delta vanuit de Noordzee.
Steuren van eerdere uitzettingen worden al gevangen (en losgelaten) in de Noordzee. Dit zijn dieren afkomstig uit het Franse en Duitse kweekprogramma. Dat betekent dat de Noordzee nu al schoon genoeg is voor dit oerdier. De Rijn is de derde rivier voor het terugbrengen van de steur, naast de stroomgebieden van rivieren de Garonne en de Elbe.
Het uitzetprogramma is een samenwerking tussen Sportvisserij Nederland, ARK Rewilding Nederland, Wereld Natuurfonds, Wageningen Universiteit, Diergaarde Blijdorp, Universiteit Leiden, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, beroepsvissers, Duitse en Franse onderzoeksinstituten IGB en INRAE, en het Franse kweekcentrum MIGADO.