In de natte natuurparels van Het Groene Woud overleeft al duizenden jaren een kieuwpootkreeftje. Een klein garnaal-achtig diertje met een klinkende naam; het oranje-blauw zwemmend geraamte. Het is één van de soorten waar we trots op zijn dat ze er nog zijn: dat had zó makkelijk anders kunnen zijn. Het kreeftje heeft vijanden: de mens die landschappen droog wil maken, en natte-natuurlijke vijanden: vissen, libellenlarven en roofkevers. Dit jaar zagen natuurliefhebbers véél minder kieuwpootkreeftjes dan je normaal kan vinden in de natste delen van het Brabantse Groene Woud. Dat heeft te maken met de natte zomer van 2024.
Geraamte overleeft juist dankzij droogte
Paradoxaal genoeg heeft het oranje-blauw zwemmend geraamte, een waterdiertje, juist (naast genoeg water) ook droogte nodig. De eitjes van de soort komen pas uit nadat ze zijn drooggevallen. Het is een vernuftige aanpassing en een sterk staaltje roofdier-ontwijken. Libellenlarven en vissen overleven het droogvallen van een natte plek nauwelijks of niet en in de periode dat de kieuwpootkreeftjes zich ontwikkelen (december – maart) zijn hun vijanden nauwelijks actief. Als de eitjes van het kieuwpootkreeftje bovendien ook in permanent natte situaties zouden uitkomen zou het overgrote deel van de weerloze (maar blijkbaar smakelijke) geraamtes ten prooi vallen aan deze rovers. De droogte van ‘25 kan ervoor zorgen dat er volgend jaar weer meer kreeftjes te vinden zijn.

Dode bomen reservoirs van vocht en biodiversiteit
Voor de rijke plantenwereld van de leembossen is de droogte een uitdaging. Als de bovenste bodemlaag, die bijna altijd vochtig is, nu verder uitdroogt, sterft een deel van het bodemleven; schimmelnetwerken gaan in een overlevingsstand (maar lopen schade op) en veel soorten trekken zich dieper terug. Nu de bossen van het Groene Woud mogen herwilderen is er veel meer dood hout dat achterblijft in het bos. Nog staande dode bomen, en liggend op de bosgrond. Dit helpt om ‘droogtestress’ te beperken: dood hout in vochtige bossen zijn reservoirs van vocht die véél meer tijd nodig hebben om helemaal uit te drogen.
Daarnaast is dood hout een plek voor bijzondere soorten, zoals de vermiljoenkever. De vermiljoenkever is een zeer zeldzame kever uit de familie van de platte schorskevers en werd recent in Het Groene Woud gezien. Hij wordt in Europa beschermd onder de Habitatrichtlijn. De kever leeft in vochtige bossen en houtwallen met bomen en dikke takken die recent zijn doodgegaan. Dat de vermiljoenkever zich nu ophoudt in Het Groene Woud betekent dat hij profiteert van onder meer de kwijnende populieren die hier staan. De kans om de vermiljoenkever met eigen ogen te zien is klein: zowel de larven als de volwassen kevers brengen het grootste deel van hun leven onder de schors van de dode bomen en takken door.

Zeldzame Kalme najaarsschietmot profiteert van bomen naast beken
De Kalme najaarsschietmot (Ironoquia dubia) is in heel Noordwest-Europa zeldzaam, ook in Nederland. In het langzaam stromende water van de Berkenloop in Het Groene Woud werden er een aantal gevonden. De bomen, het langzaam stromende water en de leembodem zorgen samen voor grote overlevingskansen voor deze kokerjuffersoort De larven gebruiken namelijk stukjes boomblad om hun cilindrische, sterk gekromde kokertjes te bouwen waarmee ze zich beschermen. Ze gebruiken daar ook stukjes blad van grote waterranonkel, mannagras en/of sterrenkroos voor. Verder eten ze bladmateriaal dat van de bomen afkomstig is. Hun overlevingskansen nemen toe als er bomen naast beken of sloten staan. Daarnaast biedt de vochtige leembodem van De Scheeken (een van de deelgebieden van Het Groene Woud) ze de kans om droge zomers te overleven. De larven van deze kokerjuffers zijn in het voorjaar te vinden, de volwassen dieren tref je in het najaar aan, boven water.
Minuscule zeldzaamheden en grote joekels
Hoe zeldzaam en fascinerend ook, het drietal (oranjeblauw zwemmend geraamte, vermiljoenkever en kalme najaarsschietmot) zullen misschien niet meteen het hart van elke natuurliefhebber doen overslaan. Hun aanwezigheid is voor ecologen een veelzeggend en heel bemoedigend verhaal. Hun aanwezigheid past in een breder plaatje van succesvol natuurherstel: recent werden naast deze kleine zeldzaamheden ook echte joekels gezien. Zeearenden (voor het eerst in zéér lange tijd) worden weer in Het Groene Woud gezien. Deze weken keren wespendieven er terug uit Afrika in dichtheden die in Europa verder alleen nog in het Poolse oerbos van Bialowieza te vinden zijn. Houtsnippen vliegen baltsend over de bossen en de zang van blauwborsten klinkt op uit elk nat stukje bos. Mogelijk is in de toekomst ook de zwarte ooievaar en rode wouw te verwachten in dit steeds ouder wordend bos. Deze soorten rukken langzaamaan steeds verder op richting dit gebied. Het wordt elk jaar weer een beetje wilder in Het Groene Woud.
