Het is voor de Britse bezoekers van The Wildlife Trusts het absolute hoogtepunt van de excursie: de ‘tree frogs’. Een soort die niet meer voorkomt in Engeland en in het Nederlands-Belgische Kempen~Broek spontaan weer opdook.
,,Dit perceel was voorheen nog een maïsveld”, vertelt landschapsecoloog Gijs Kurstjens, bij de struiken waar de boomkikkers zich bevinden. Op verzoek van ARK en Natuurmonumenten heeft hij het inrichtingsplan gemaakt voor het herstel van het doorstroommoeras. ,,12 jaar geleden is het omgevormd tot natuur en 7 jaar geleden verschenen hier de eerste boomkikkers.”
Naast het groene diertje gooien ook de pioniersplanten en sporen van wilde zwijnen hoge ogen onder de Britten. ,,En dit is nog maar een schijntje van alles wat het gebied te bieden heeft. We lopen er nu 2 uur, ik ken het al 30 jaar en ben er nog niet op uitgekeken”, aldus Kurstjens.
Inmiddels omvat het gehele gebied zo’n 25.000 hectare. De afgelopen 25 jaar zijn er door betrokken partijen veel sleutelpercelen opgekocht tussen bestaande natuurgebieden en hersteld door rewilding. De natuur reageerde snel. In korte tijd keerden uiteenlopende vlinder- en libellensoorten terug, maar ook grotere soorten als de bever, reeën en edelherten.
Grote schaal
De grote schaal is kenmerkend voor het project. En bovendien noodzakelijk, als je zoiets voor elkaar wilt krijgen, aldus Kurstjens. ,,Hoe groter het gebied, hoe beter het proces werkt. Door vanuit het systeem te denken kun je namelijk de hydrologie aanpakken, verbindingen maken en zorgen voor variëteit.”
Het is iets dat Matt Jackson, ecoloog werkzaam in Camebridgeshire, Northamptonshire en Bedfordshire, direct opvalt. ,,De schaal is geweldig. En het introduceren van grote grazers om natuurlijke processen verder op gang te helpen is inspirerend. In plaats van focussen op één soort kies je voor een geheel ecosysteem.”
,,In Engeland zijn we daar nog zoekende in. Hoe komen we aan grond, nu dat schaars is? En hoe kunnen we vervolgens natuurlijke processen includeren? Om dat te doen, zullen we de meer traditionele beheerplannen los moeten laten. Dat vergt moed. We zijn soms bang om specifieke soorten kwijt te raken. Al laat een gebied als deze ook zien wat je ervoor terugkrijgt.”
‘Constant rethinking’
Het is een herkenbare kwestie voor beheerder en gids Robin Peeters van Natuurmonumenten. ,,Het vraagt een andere manier van denken. Momenteel doen we letterlijk aan omvormingsbeheer op sommige percelen. We zijn onze manier van omgaan met natuur aan het veranderen.”
,,Soms leidt het tot discussies onderling. Dan heb je jarenlang geïnvesteerd in het specifieke beheer van een landschap en kies je nu hiervoor. Je besluit samen: het gaat nu minder om bijvoorbeeld die éne zeldzame orchidee, maar meer om de algemene biodiversiteit.”
,,Rewilding is geen rechte lijn. Let wel, we redeneren vanuit kennis, het is zeker geen gokken. Toch kan het enorm verrassen. Bevers die zelf als wateringenieurs aan de slag gaan. Of dat we hoopten op de kraanvogel, maar de nog zeldzamere zwarte ooievaar plotseling opduikt.”
Vicki Hird vat het samen als ‘constant rethinking’. ,,I think it’s brilliant. Het managen van water en het creëren van ruimte voor natuur. En daarin ook als mens een stap terugzetten, openstaan en je aanpassen aan uitkomsten. Een uiterst leerzaam proces.”
Verbindingen
Ook ecoloog Mike Waite en bioloog Aimée Clarke uit Surrey zijn onder de indruk. Waite: ,,Ik vind het fantastisch. Net als overigens de Millingerwaard en de Maashorst. Wilde en relatief met rust gelaten gebieden kennen we in Engeland amper meer.”
,,We hebben wel Knepp als schitterend en relatief bekend rewilding-gebied in West Sussex”, voegt Clarke toe. ,,De meeste Britten die rewilding kennen, denken automatisch daaraan. Maar uiteindelijk gaat het ook om de verbindingen tússen gebieden. Dat principe mag van mij nog bekender worden.”
Dat die verbindingen cruciaal zijn weet gids Erwin Christis als geen ander. Hij werkt al 25 jaar in het Kempen~Broek als coördinator Regionaal Landschap Kempen en Maasland. Ook was hij sterk betrokken bij de Unesco Biosfeer-erkenning die het gebied afgelopen zomer verwierf.
,,We hebben de erkenning aangevraagd om het gebied en de samenwerking tussen partners op de kaart te zetten. Een label als deze laat beleidsmakers, inwoners en andere betrokkenen zien hoe bijzonder het gebied is. Het kan bovendien een gunstige uitwerking hebben op toerisme. Ook helpt het hopelijk bij het verkrijgen van financiële middelen voor de verdere ontwikkeling. Hiermee willen we economische waarde linken aan het beleven van natuur, landschap en soorten.”
Economische component
Die economische component inzetten, en lokale betrokkenheid creëren, spreekt directeur Andrew McLaughin sterk aan. ,,Er zijn genoeg overeenkomsten met de Britse situatie als het gaat om schaarste van grond en sceptische groepen. Maar in plaats van deze omstandigheden als ‘problemen’ te benaderen, spelen de partijen er hier juist op in.”
,,Hoe kunnen lokale gemeenschappen profiteren, bijvoorbeeld door toerisme? Door samen te werken met lokale partners en hen te vragen wat ze nodig hebben, verandert de dynamiek. Het is een positief uitgangspunt. I like that spirit: natuur wint als je samenwerkt.”
Het zet ook geograaf en finance manager Phoebe Cox aan het denken. ,,In plaats van boerenland opkopen of inruilen, kiezen we tot dusver vaak voor de strategie om boerenland natuurinclusiever te maken. In sommige gevallen is het misschien logischer om voor rewilding te gaan en te kijken naar andere verdienmodellen dan landbouw. Zeker bij gebieden met een lange agrarische traditie zullen we ervoor moeten omdenken. Maar de resultaten zijn de moeite waard om verder te onderzoeken.”
Het kan wél
Wouter Helmer, oprichter van ARK en gids, is tevreden over de excursie. ,,Hiermee willen we laten zien: het kan wél. Ook in dichtbevolkte gebieden, ook wanneer de grondprijzen hoog zijn, ook wanneer er lang landbouw bedreven is. Oók dan kan rewilding slagen: dit gebied bewijst het.”
,,We hebben het altijd integraal aangepakt”, verduidelijkt hij. ,,Niet een gebied ingaan met oogkleppen op en natuurbescherming als enige focus. Juist kijken naar het gebied in zijn geheel. Er open ingaan, met de vraag: wat speelt er hier? Vervolgens kan je kijken hoe natuur kan bijdragen.”
Matt Jackson vindt het hoopgevend. ,,In de jaren ’70 scoorde Nederland als slechtste in de EU op het gebied van biodiversiteit. Dit is de follow-up, dit kán je 30 jaar later voor elkaar boksen. Succes duurt even. Maar is mogelijk, if you dare to think big.”
Of zoals in de woorden van Alan Levell, voorzitter van de England Environment Agency die de excursie afsluit: ,,Het is geen kwestie van ‘yes or no’. Het is een kwestie van ‘yes or yes, if…’. Met de juiste mindset kunnen we dat zelf gaan uitdragen.”
Tekst en foto's: Anne Veens